Parcours 2017
Hoe groot is de kans dat ze er weer staat? Ergens tussen Pieterburen en Vaals, op een willekeurige kruising van een maisveld, zandpad en boerenerf. Ergens aan de rand van het bos met de ondergaande zon die haar van achteren belicht. Onder een straatlantaarn met de maan aan de hemel en een bidon onder haar arm. Verscholen in de ochtendnevel op een Brabantse akker. Trouwe lezers weten over wie ik het heb. De vrouw in de roze jas.
Afgelopen weekend ging ik weer naar haar op zoek. Vanaf het startsignaal in Pieterburen tuurde ik over het Hoge Land naar een spoor van haar. Razend langs de oevers van het Reitdiep snelden wij Zuidwaarts, maar elk spoor ontbrak. Mien laand, mien Hoge Laand. Sla Ede Staal er maar op na mensen en je weet hoe het zit.
De twijfel sloeg al snel toe toen wij ‘Stad’ voorbij waren en nog steeds elk spoor ontbrak. Inmiddels was Ede verleden tijd en was het Lohues die ons tegemoet zong. Op fietse dus. Drenthe in. Langs een kanaal. Over een hek. En daar stond ze. Zonder roze jas. Maar met een Zwitserse koe bel. Luidkeels roepend en bellend. Ik was blij.
Op fietse de warmte in. De flanken van de Hondsrug op. Gierend over mijn thuisparkoersen in Schipborg en Gieten. Veel te hard. Maar oh zo mooi. Op naar Anloo, of Anleau, want water en verfrissing was waar ik aan dacht. En wie kan er beter verfrissing brengen dan Mister Rovaniemi300? Met ijzige kalmte kreeg ik een ijskoude bidon. Of het nu op de Afrikaanse Savanne, de toendra van Finland of een dorpsplein in Drenthe is, Harold Big Zulu Veldkamp krijgt het voor elkaar. Wat er ook gedaan moet worden.
Terug naar de koers. Gemiddelde van rond de 30. Ontploffende bovenbenen. Nog dik 390 kilometer te gaan. Een stemmetje in mijn hoofd, met megafoon, vraagt op beheerste toon of ik van plan ben hier nog langer mee door te gaan of dat het verstandig is om eens een eigen tempo te overwegen. Ik geef toe, met nog een kilometer of 20 te gaan tot de eerste neutrale zone, zwaai ik de heren koplopers uit en hap in hun stof.
Batterijen Garmin wisselen, ketting smeren, schone kleding, frisse sokken, bidons en voeding alvast in de achterzakken. Eten. En door. Voor het donker zijn we in Apeldoorn. Geen lampen mee.
Rondom Hattem verwerk ik in het wiel van Erik de eerste dip. We hebben er al een kleine Drenthe200/Haarle op zitten. De helft van dit avontuur komt in zicht. Gel. Reep. Drinken. In Hattem hebben #Kor en Jacco het halve dorp opgetrommeld om ons aan te komen moedigen op het dorpsplein. Even later verdwijnen we de stilte van de Veluwe in. Verstand op nul. Tegen het einde van de etappe zien Erik en ik een enorm zwijn midden op het pad staan. Hij schrikt net iets meer dan wij en schiet het bos in. Als we in Apeldoorn vertrekken voel ik me weer wat beter.
In Erik heb ik een goede gangmaker gevonden en even later pikken we ook Adriaan op. Zijn garmin werkt niet. Zijn verlichting werkt niet. Ramses en zijn look-a-like Bart zitten inmiddels al op ruime afstand voor ons. Het wordt nu echt donker en de kerstverlichting gaat, behalve bij Adriaan, flink aan. Het tempo zakt amper. Behalve als ik op kop kom op de lange rechte stukken. Erik en Adriaan zijn tempobeulen eerste klas. Als ze samen stoppen om een lamp voor Adriaan te regelen, fiets ik alleen door. Die komen wel terug met dat helse tempo en ik verwerkt in stilte mijn volgende dip met een mix van M&M, rozijnen en zoute pinda`s.
Met 7 minuten voorsprong op de tandem E&A begin ik met etappe 4. De Bart Spierings Tribute. Single trail na single trail. Gemiddelde van rond de 20. Dip 3 zet zich al spoedig in en de Tandem komt me achterop. Door goed navigeren kan ik een tijdje aanhaken. Het is nog nooit, nog nooit, zo donker geweest of het wordt altijd wel weer licht kan ik me herinneren. En in het geweldige, nevelige ochtendlicht staat ze weer. Met roze jas. Met koe bel. Met #Kor en Jacco en een heleboel eierkoeken, repen, bananen en wine gums in een tentje. Met de onverstaanbaar Brabants sprekende vader van de man die deze etappe bedacht heeft. De etappe zonder einde. Die zelfs Duitsland even aan doet. Donnerstag – Schnitzeltag lees ik. Verdorie is het zondag vandaag. Mijn maag rommelt.
Schinveld rond 07:30 uur. Ik heb nergens, behalve schnitzels, trek in. Een paar happen havermout, een krentenbol, gedroogd fruit, cola en koffie. Nog 32 km voor de boeg. Ik prop mijn zakken vol met energiegels. Het eerste estafette team komt me na een paar kilometer voorbij en ik probeer aan te haken. De gang schiet er weer een beetje in. Ze rijden verkeerd en ik kan nog eens aanhaken. Ze rijden weer verkeerd en nog eens en nog eens. Deze jongens hebben minstens 600 km gereden, want bij elke bocht gaat het mis. Ik houd ze in het zicht en het werkt als een rode lap. Veel sneller als vorig jaar raffel ik de Limburgse heuvels af. Aan de horizon verschijnt de toren op het Drielanden punt. Ik haal zelfs wat wielrenners in. Hoe laat zou hun wekker vanmorgen wel niet gestaan hebben dat ze op dit tijdstip al in koers zijn…? Stiekem voel ik me een beetje een held.
En dan na 475 kilometer, de laatste hindernis, de haarspelden van Vaals, met boven de verlossing en de vrouw die deze editie soms een roze jas aan had. Van een hek in Drenthe tot een berg in Limburg. Ze was er weer voor me. En die hele grote man, de Yeti uit Nieuw-Roden, Harold bedankt voor je steun. En het idee dat er achter me nog 40 man solo bezig waren aan dit bizarre avontuur waaronder de enige man in koers met een dropper seatpost en enduro helm. En de man met de langste baard van Noord-Holland, die ook een vrouw had, zonder roze jas, maar met gekookte eieren, die onvoorwaardelijk op elke post er voor hem was. Een #duo prettig gestoorde heren dat zowat elke verzorgingspost onderweg probeerde te bemannen en alle deelnemers voorzag van een duw in de rug. Mannen die zomaar mijn fiets wilden schoonmaken na afloop. Een organisatie die er alles aan deed om de generator aan de finish aan de praat te krijgen zodat de douch warm zou worden. En dit alles is volbracht zonder ook maar één stuk droge worst, waarbij deze mythe ook weer ontkracht is. Wat wel onmisbaar was om deze tocht te volbrengen was de steun van al deze mensen onderweg.