Slovenië is voor de meeste mountainbikers onder ons het onbekende land tussen Oostenrijk, Italië en Kroatië. Voor wie Slovenië al eens op de mountainbike verkend hebben, is dit het land met de meest geweldige trails door afwisselende landschappen tussen de Julische Alpen en de zonnige Adriatische Kust. Deze twee gebieden zijn met oeroude militaire paden uit de Eerste Wereldoorlog en vele ongerepte en deels verborgen trails met elkaar verbonden.
De 6- of 7-daagse Trans Slovenië biedt vele varianten over ontelbare singletrails, gravel- en bospaden. Dik 430 kilometer en 10.935 hoogtemeters brengen je in 7 dagen van het hoogalpine gebied in Zuid-Oostenrijk naar Piran aan de kust van Istrië. Kies je voor de 6-daagse variant, dan bespaar je 64 kilometer en 2.000 hoogtemeters. Dit zijn overigens de getallen wanneer je gaat voor de standaardversie van de Trans Slovenië. Bijna elke dag is er ook een kortere of langere variant van de dagtocht beschikbaar, zodat we deze TransAlp geheel op niveau kunnen indelen.
De vergezichten zijn elke keer weer zo verrassend dat, wanneer je hier eenmaal hebt gefietst, de herinneringen blijven hangen. Herinneringen, die ontstaan meestal niet door beelden, maar door belevingen. Avontuur is een buitengewone, opwindende en soms risicovolle bezigheid, een beleving die zich onderscheidt van de dagelijkse gang van zaken, alles in het teken om iets nieuws te ontdekken.
Elke dag, elk uur en elke kilometer ontdek je tijdens deze Trans Slovenië steeds weer verborgen paadjes en ervaar je hoe enorm gastvrij de plaatselijke bevolking hier is. De Trans Slovenië is zo'n avontuur die bij elke mountainbiker op de "Bucketlist" zou moeten staan.
Jan Wouter Veenstra, deelnemer Trans Slovenië 2019
DobrodoŠla
Welkom in één van de groenste landen van Europa: het landelijke Slovenië. Een jong, groen en bergachtig land aan de zuidrand van de Alpen. Slovenië behoorde eeuwenlang tot Oostenrijk, tot het in 1918 met andere Zuid-Slavische volken (Kroaten, Serviërs) werd samengevoegd tot de kunstmatige staat die we allemaal kennen als het voormalige Joegoslavië. Het landschap, de tradities en de eetgewoonten liggen nog altijd dichter bij Wenen dan bij Belgrado. Slovenië werd op 25 juni 1991, nadat het zijn eigen onafhankelijkheid uitriep, weer een soevereine staat. De laatste jaren wordt Slovenië, geheel terecht, steeds populairder als mountainbikeland.
Als ik groen zeg, denk ik aan Slovenië. Als ik Slovenië zeg, voel ik spanning en gelijkertijd onrust. Als ik spanning voel dan denk ik weer aan het mountainbiken in Slovenië.
Hans de Groot, deelnemer Trans Slovenië 2016
Feel Slovenia
Slovenië is het enige land in Europa met Alpen, de Middellandse Zee, de Pannonische Laagvlakte en de geheimzinnige Karst binnen haar landsgrenzen. Ook wij van MTB Xperience zijn steeds weer verrast door deze afwisselde landschappen in Slovenië. Zodra je in het noorden de Alpen verlaat, zie je de Middellandse Zee al bijna voor je liggen. Dagenlang ben je onderweg door alpinegebied met de karakteristieke beboste hellingen en open groene vlaktes.
Zo sta je op een bergalm en rij je langs één van de duizenden kilometers aan beekjes die Slovenië rijk is. Zo fiets je door het Sloveense Toscane om een dag later langs de Middellandse Zee te flaneren. Deze grote verscheidenheid op zo'n kleine afstand is juist ook het bijzondere aan dit mooie land. Hier kun je nog fietsen in een oerbos of langs en door de oude wijngaarden. In dit land kun je genieten van de gastvrijheid met een grote letter G en 's avonds heerlijk wegdromen bij de verhalen die de uitbaters van de guesthouses je bij een haardvuur vertellen. Feel Slovenia.
Data 2023
Hieronder vind je de geplande data voor de Trans Slovenië weken. Je kunt zowel individueel als met een eigen groep voor deze vakantie inschrijven. Wil je graag je met een eigen groep van 8 of meer personen boeken, dan is het in sommige gevallen mogelijk om een eigen week te plannen. Neem in dat geval gerust contact met ons op.
17-24 juni als 6-daagse variant
24 juni-1 juli als 6-daagse variant; Giro Slovenia, NIEUW
29 juli-5 augustus als 6-daagse variant
2-9 september als 6-daagse variant
9-16 september als 6-daagse variant, volgeboekt
16-23 september als 6-daagse variant
23-30 september als 6-daagse variant
30 september-7 oktober als 6-daagse variant, Giro Slovenia, NIEUW
Elke Trans Slovenië gaat door bij een minimale deelname van 8 personen.
Informatie en dagetappes Trans Slovenië
Hieronder vind je een overzicht met algemene informatie, boekingsinfo en omschrijving van alle dagetappes.
Algemene informatie
Faak - Piran: 439 km en 10.935 hoogtemeters Kr. Gora-Piran: 370 km en 8.773 hoogtemeters
Kranjska Gora - Piran
Korte variant - 370 km en 8.773 hoogtemeters Lange variant - 441 km en 10.935 hoogtemeters
Verscholen achter de Alpen en bijna weggestopt tussen Oostenrijk, Italië en het veel bekendere Kroatië ligt Slovenië. Een klein land, qua oppervlakte slechts half zo groot als Nederland, maar qua landschappen fenomenaal mooi en ongelofelijk divers. Het massatoerisme komt steeds meer op gang, vooral rond de meren van Bled en Bohinj. Maar er zijn nog heel veel onontdekte pareltjes te vinden. Zo ook de Trans Slovenië, een mountainbike tocht in het westen van het land, niet ver van de Italiaanse grens.
De Trans Slovenië brengt je van de hoge Alpen naar de Adriatische kust. De start is in het noorden van de Julische Alpen, tegen Oostenrijk aan. Je kunt ook in Oostenrijk starten, maar houd rekening met besneeuwde bergpassen als je in het voorjaar komt. Onze tocht begint in Kranjska Gora, toegangspoort tot het Triglav National Park.
Triglav National Park
Vanuit Kranjska Gora word je direct aan het werk gezet en begint het pad al snel omhoog te lopen. Eerst langzaam, later steiler. De bossen worden ingewisseld voor kale rotsen en mooie vergezichten. Deze eerste klim brengt je ook gelijk naar de grootste hoogte van deze week, 1.689 meter. De uitzichten op besneeuwde bergtoppen zijn overweldigend en tonen gelijk de schoonheid van het land. Je bevindt je in het hart van Triglav National Park, het enige nationale park in Slovenië en vernoemd naar de Triglav, met 2.863 meter de hoogste berg van het land.
De beloning van deze klim is de afdaling, in dit geval een hele lange, langs smaragdgroene rivieren en over smalle hangbruggen. Sommige stukken zijn vrij technisch, andere delen weer gemakkelijker. Halverwege de afdaling volgt de route grotendeels de So?a rivier tot aan Bovec, het buitensport mekka van Slovenië, gelegen in een prachtig dal.
1.000 hoogtemeters aan één stuk
Brede paden worden afgewisseld met smalle singletracks en het landschap om je heen verandert voortdurend. Zonder gids is het fietsen hier een lastige opgave, met een gids hoef je niet na te denken over welke route je moet volgen en kun je nog meer genieten van de omgeving. Je komt verschillende keren langs de Italiaanse grens. Soms onopgemerkt door het bos, maar op sommige plaatsen staan nog oude grensposten, bunkers en zelfs tanks.
Ten zuiden van Bovec staat je nog een flinke klim te wachten met maar liefst 1.000 hoogtemeters aan één stuk. Geen sinecure dus. Maar ook deze klim wordt beloond met prachtige uitzichten over met gras begroeide bergen en indrukwekkende bergkammen. Bij helder weer kun je de Adriatische zee zelfs al zien liggen.
Heuvelland en wijngaarden
Je zult positief verrast worden door Slovenië, waar invloeden uit Italië, Oostenrijk en de Balkan merkbaar zijn. Het is een ongerept land, met mooie natuur, van Alpine hooggebergte tot glooiend 'Toscaans' landschap en een mooie kust. De mensen zijn er vriendelijk, het eten is er goed en ook de lokale bieren en wijnen smaken uitstekend, vooral na een lange dag in het zadel.
Een stevige conditie is wel een vereiste om de Trans Slovenië te volbrengen, al zijn de afstanden die je op een dag aflegt een stuk korter dan je in Nederland gewend bent. Veel meer dan 10 - 15 km per uur zit er vaak niet in, dus houd daar rekening mee. In combinatie met navigeren, een paar 'kodak momentjes' of pech hier en daar zorgt dat ervoor dat een ritje van 60 km al snel de hele dag duurt.
Glooiend 'Toscaans' landschap
Na een paar dagen maken de hoge bergtoppen plaats voor glooiend 'Toscaans' landschap. De klimmen worden korter maar niet per se minder zwaar. Soms loopt het vals plat omhoog, maar op andere momenten kom je echte kuitenbijters tegen zoals je die ook in de Ardennen hebt. Pittig dus! Slechts korte stukjes van de route lopen over mooie geasfalteerde wegen, en dit zijn vooral de verbindingsstukken tussen de onverharde paden.
Ook wijngaarden zijn hier alom aanwezig. Je fietst hier namelijk in Brda, één van de drie wijngebieden die Slovenië rijk is. Veel dorpjes kom je niet tegen tijdens dit deel van de tocht, en de dorpjes die je wel doorkruist zijn een welkome afwisseling. Je kunt even op adem komen en een goede lunch is nooit weg als je de hele dag onderweg bent.
Adriatische kust
Hoe dichter je bij de kust komt,hoe dichter de bebouwing wordt. Je rijdt waar mogelijk tussen dorpen en stadjes door, maar het is iets meer zoeken naar onverharde paden. Echter, alleen de laatste dag is dit het geval en bevind je je tussen de andere toeristen. Het is een magisch moment als je de kust uiteindelijk bereikt. Je hebt er een week naartoe geleefd en als je dan eindelijk langs de zee fietst maakt dat de tocht wel helemaal af.
Het pittoreske eindpunt in Piran maakt dit tot een tocht die je niet snel zult vergeten. Het unieke aan de Trans Slovenië is de diversiteit van de route. Je begint tussen de besneeuwde bergtoppen en eindigt aan de kust. Na een week op de fiets heb je niet alleen een fantastische tocht gemaakt, maar ook het echte Slovenië leren kennen. De slogan 'I Feel Slove' is hier dan ook echt op zijn plaats!
Vind hier alle informatie mbt de prijzen en overige boekingsinfo
Interesse? Hoe nu verder
Ga de uitdaging aan en ondervind zelf wat wij te bieden hebben. Hieronder lees je alle details die je misschien nodig hebt om te besluiten deze unieke TransAlp door Slovenië te boeken. We houden ervan om duidelijk te zijn, zodat je vooraf precies weet wat je te wachten staat. Heb je advies nodig bij het maken van je keus? We staan voor je klaar. Neem contact op via info@mtb-xperience.nl. Bellen of een Whats App bericht sturen mag natuurlijk ook, we zijn te bereiken op (0031) 6 21131510 (Fokko).
Ben je na het lezen van onderstaande informatie overtuigd en wil je boeken, dan kan dat via het inschrijfformulier onder aan deze pagina. Wij wensen je in ieder geval veel voorpret en hopen dat we in 2022 samen met jou over de meest waanzinnige trails door Slovenië fietsen.
Waar ga je aan beginnen
Deze 6- of 7-daagse Trans Slovenië is niet de zwaarste uitdaging met vele mogelijke varianten over ontelbare gravelpaden, singletrails en bospaden. Dik 440 kilometer en 10.935 hoogtemeters brengen je in 7 dagen van het hoogalpine gebied in Zuid-Oostenrijk naar Piran aan de kust van Istrië. Kies je voor de 6-daagse variant, dan bespaar je de eerste dag met 64 kilometer en krap aan 2.000 hoogtemeters. Dit zijn overigens de getallen wanneer je gaat voor de standaard versie van deze Trans Slovenië. Bijna elke dag is er ook een kortere of langere variant van de dagtocht beschikbaar zodat we deze tour op niveau kunnen indelen.
Data 2023
Hieronder vind je de geplande data voor de Trans Slovenië weken. Je kunt zowel individueel als met een eigen groep voor deze vakantie inschrijven. Wil je graag je met een eigen groep van 8 of meer personen boeken, dan is het in sommige gevallen mogelijk om een eigen week te plannen. Neem in dat geval gerust contact met ons op.
17-24 juni als 6-daagse variant
24 juni-1 juli als 6-daagse variant; Giro Slovenia, NIEUW
29 juli-5 augustus als 6-daagse variant
2-9 september als 6-daagse variant
9-16 september als 6-daagse variant, volgeboekt
16-23 september als 6-daagse variant
23-30 september als 6-daagse variant
30 september-7 oktober als 6-daagse variant, Giro Slovenia, NIEUW
Elke Trans Slovenië gaat door bij een minimale deelname van 8 personen.
Wil je een dag eerder naar Kranjska Gora komen of vind je het juist leuk om na afloop er nog één of twee nachten aan vast te plakken, dan kunnen wij op verzoek deze extra reservering met het hotel verzorgen.
Hoe ziet de week er uit
Deze Trans Slovenië is in principe een 6-daagse reis, maar kan ook als een 7-daagse variant gereden worden. Beide starten in het Sloveense Kranjska Gora.
Het programma voor de 6- en 7-daagse ziet er als volgt uit:
Vrijdag: aankomstdag 7-daagse, voorbereidingen, avondeten en overnachting in Kranjska Gora, Slovenië
Zaterdag: etappe 1 Faak am See-Kranjska Gora
Zaterdag: aankomstdag 6-daagse, voorbereidingen, avondeten en overnachting in Kranjska Gora, Slovenië
Zondag: etappe 2 Kranjska Gora-Bovec
Maandag: etappe 3 Bovec-Kobarid
Dinsdag: etappe 4 Kobarid-Tolmin
Woensdag: etappe 5 Tolmin-Smartno
Donderdag: etappe 6 Smartno-Lipica
Vrijdag: etappe 7 Lipica-Piran
Zaterdag: terugreis naar Nederland of België
Prijzen 2023
Prijzen voor de 7-daagse op aanvraag.
Je kunt je voor deze TransAlp individueel of als groep inschrijven. Wie met een eigen groep inschrijft, krijgt korting. Hoe groter de groep, hoe hoger de korting. Wanneer later nog extra mensen bij deze groep geboekt worden en de gehele groep zou in aanmerking komen voor een lagere prijsschaal, dan zal dit met de gehele groep verrekend worden.
Wat krijg ik voor mijn geld:
7 overnachtingen met ontbijtbuffet bij de 6-daagse en 8 overnachtingen met ontbijtbuffet bij de 7-daagse reis
reis inclusief BTW en plaatselijk geldende toeristenbelastingen
tijdens de gehele reis blijven dezelfde gidsen bij de groep met maximaal 16 deelnemers
uitgekiende routes met een hoog belevingsgehalte
elke avond een uitgebreide briefing met routepresentatie
bagagevervoer tussen de overnachtingsplaatsen
terugreis met de taxibus van Piran naar Kranjska Gora
MTB Xperience reistas
10% korting op alle 2023 clinics van MTB Xperience
Wat is niet bij de prijs inbegrepen:
reiskosten en vervoer fietsen NL-Oostenrijk/Slovenië vice versa
lunches, diners en consumpties gedurende de Trans Slovenië
reis- en annuleringsverzekering
onkosten aan eventuele additionele liften
Nb wij zijn blij met elke boeking en rekenen GEEN boekingskosten. Ook niet bij extra bijboekingen of andere aanpassingen in de boeking.
Accommodatie en verzorging
We hebben veel aandacht besteed aan het kiezen van de verschillende overnachtingaccommodaties. Elke plek is anders en daardoor uniek. We hebben er bewust voor gekozen om iedereen qua slaapgelegenheid hetzelfde aan te bieden. Afhankelijk van de locatie hebben we de beschikking over 2-, 3- of 4-persoonskamers. We kunnen tijdens deze Trans Slovenië maar beperkt 1-persoonskamers aanbieden. We houden er bij de indeling van de kamers rekening mee dat deelnemers uit één groep zoveel mogelijk bij elkaar op de kamer(s) ingedeeld worden.
Op elke overnachtingsplek kunnen de fietsen in een aparte ruimte gestald worden en is er de mogelijkheid om aan de fiets te sleutelen.
Het verblijf is elke dag op basis van logies met ontbijtbuffet. Het avondeten doen we elke avond in het hotel, guesthouse of een nabij gelegen restaurant. De diners variëren tussen lopend buffet (1x), à la carte (5x) of wat de pot schaft (2x). Na het diner verzorgt de gids de briefing voor de volgende dagetappe.
Betaling
Zodra je een boeking maakt, ontvang je per mail een vrijblijvende reserveringsbevestiging met een voorschotnota van 50% van het totaalbedrag. Pas na betaling van dit voorschotbedrag is de boeking definitief. Mocht deze betaling achterwege blijven, dan zien wij dat als kostenloze annulering en zijn wij vrij om deze vrijgekomen plek(ken) aan andere geïnteresseerden aan te bieden.
Het resterende bedrag dient uiterlijk 14 dagen voor aanvang van de reis betaald te worden. Zodra de boeking is gedaan, ontvang je van ons een aantal documenten. Mocht je na het lezen van deze documenten toch willen afzien van de Trans Slovenië, dan is dit binnen 14 dagen van verzenden van de documenten geheel kostenloos mogelijk.
Voorwaarden
Het is aan ons de taak om je een onvergetelijke meerdaagse tocht door Slovenië te bezorgen. Dit doen we graag en daarom hebben we een paar eenvoudige punten die onze leidraad zijn. Dit werkt voor ons prettig en het geeft jou duidelijkheid.
Je moet fit zijn om 6 of 7 dagen te kunnen fietsen op een gemiddeld/gevorderd niveau. Heb je geen ervaring met fietsen in een bergachtig gebied dan is het verstandig om eerst contact met ons op te nemen
Onze gidsen zoeken in geval van onverwachte gebeurtenissen altijd naar de beste oplossingen waarbij het belang en veiligheid van de deelnemers voorop staan. Met name veranderende weersomstandigheden kunnen invloed hebben op het verloop van het schema. Alle gidsen zijn getraind om het risico op letsel, calamiteiten en/of ongelukken zo veel mogelijk te voorkomen
De morgenstond heeft goud in de mond. We starten daarom tussen 8.30 en 9.00 uur. Als de etappe en de weersomstandigheden het toelaten dan kan er in sommige gevallen van afgeweken worden
Rond het middaguur stoppen we op de route voor de lunch
'Samen uit, samen thuis' is ons motto. In overleg met de groep kan er gekozen worden om de groep in tweeën op te splitsen zodat iedereen meer op zijn of haar niveau kan fietsen.
Onze gidsen zijn ervaren in het fietsen in bergachtige gebieden en hebben een grote verantwoordelijkheid richting de deelnemers. De gids is ook degene die de leiding heeft en beslissingen neemt die iedereen hoort op te volgen
Voor deelname aan onze Trans Slovenië tochten is het verstandig om een reisverzekering met dekking voor extreme sporten af te sluiten. Ook ziekte en verwondingen zouden binnen de dekking moeten vallen
MTB Xperience en haar gidsen kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor ongelukken, ziektes en andere ongemakken
Deelname aan onze Trans Slovenië reizen is geheel op eigen risico. MTB Xperience, haar gidsen en eventuele derde betrokken partijen kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele gevolgen die voor, tijdens of na de reis worden veroorzaakt door de deelnemer zelf of een derde partij
De volledige algemene voorwaarden van MTB Xperience kun jehier downloaden
Korte variant: 38 km en 1.230 hoogtemeters Standaard etappe: 64 km en 2.000 hoogtemeters.
Faak am See - Kranjska Gora
Korte variant - 38 km en 1.230 hoogtemeters Standaard etappe - 64 km en 2.000 hoogtemeters
We starten deze 7-daagse variant eerst met een korte taxirit vanuit het Sloveense Kranjska Gora naar Faak am See in het Zuid-Oostenrijkse Karinthië. Vanuit het mooie Faak am See fietsen we gelijk het Karawanken-gebergte in. Met een totale lengte van meer dan 120 km vormen de Karawanken (Sloveens: Karavanke) het langste bergmassief van Europa. Het gebergte is één van de oudste nog gebruikte staatsgrenzen in Europa; vandaag de dag als grens tussen Oostenrijk en Slovenië.
Na zo'n twee uur klimmen bereiken we op de Annahüttensattel de Oostenrijkse/Sloveense grens en dalen we gelijk af naar Mojstrana in het Sloveense Savatal. In Kranjska Gora heeft iedereen de keuze om de dag hier te eindigen, de lange variant te nemen of om op het Downhill park van Kranjska Gora nog een aantal leuke downhill afdalingen te maken. De lange variant brengt ons met 770 extra hoogtemeters naar het Dreiländereck en vervolgens eindigen we met een mooie trailafdaling weer in Kranjska Gora.
Faaker See
De Faaker See is bekend om zijn heldere turquoise water en is in de zomer voor veel toeristen een populaire vakantiebestemming. Het mooiste uitzicht over dit meer, met het idyllische privé-eiland, heb je echter niet vanaf de oevers van de Faaker See, maar vanaf de Annahüttensattel op 1.575 meter hoogte, onze eerste bestemming voor vandaag. Vanuit Faak am See rijden we de eerste kilometers van deze Trans Slovenië langs het meer richting Oberaichwald.
De daaropvolgende hoogtemeters rollen tot aan het dorpje Outschena lekker vlot onder de wielen door. De zon schijnt heerlijk op je lichaam, de benen draaien als een korenmolentje rond, je rugzak trekt wat aan je schouders en het eerste zweet parelt van het voorhoofd. Dit is het gevoel waar je voor gekomen bent.
Nu je hier zo ontspannen door de bossen en over de Almen naar boven fietst, lijkt het einde van deze TransAlp nog heel ver weg. Maar voordat je het weet zijn de 7 dagen voorbij en fiets je bij Piran langs de kustlijn van de Adriatische Zee. Onderweg naar Outschena passeren we de ruïne van 'Burcht Altfinkenstei'. Deze burcht werd omstreeks 1142 gesticht en doet tegenwoordig dienst als amfitheater.
Annahüttensattel
Net voor Outschena begint de eerste lange onverharde klim van vandaag en krijgen we gelijk 720 hoogtemeters voor onze kiezen. We volgen dit goed onderhouden gravelpad grotendeels door het bos tot we op 1.575 meter hoogte de Annahüttensattel bereiken. Van de Annahütte vinden we niet veel meer dan wat vergane resten van de fundamenten.
Tot 1944 stond hier een berghut die dienst deed als onderkomen voor bergbeklimmers die een poging deden om de achterliggende machtige Mittagskogel (2.145 mtr) te bedwingen. De Mittagskogel is met zijn karakteristieke noordflank één van de grotere jongens van de westelijke Karawanken. Hierboven tref je bijna geen mensen meer en merk je gelijk dat dit een hele eenzame omgeving is.
Slovenië, here we come
Aan beide zijden van de Karawanken lopen vele paden en trails naar de bergkam, maar ze eindigen bijna allemaal ruim voor de grens die precies over de hoofdkam loopt. Men wilde destijds het smokkelaarsgilde het 'werk' op deze grenskam niet al te gemakkelijk maken. Net voor de Annahüttensattel passeren we over een verborgen korte trail de grens met Slovenië. We beginnen aan de Sloveense kant van de Karawanken gelijk met de lange afdaling naar het Sloveense Savatal.
De route naar Belca is een prachtige panoramarit met veel diversiteit en prachtige vergezichten over de Julische Alpen die je gelijk aan de Dolomieten doen denken. We passeren diepe schluchten, een paar aardedonkere tunnels en een aantal passages die letterlijk door de rotsen zijn gehakt. Na ruim12 kilometer en 900 hoogtemeters afdaalplezier volgen we een klein stukje de asfaltweg om vervolgens over de oude spoorbaan tussen Jesenice en Kranjska Gora onze koffiebreak in Mojstrana tegemoet te fietsen.
Sava Dolinka
Al zijn we hemelsbreed maar 10 kilometer van de Oostenrijkse grens verwijderd, in Mojstrana is het overduidelijk dat we in Slovenië zijn aanbeland. De bouwstijl, de omgeving, de sfeer, alles is hier compleet anders dan aan de Oostenrijkse kant van de Karawanken. Na de break vervolgen we, stijf langs de oevers van de Sava Dolinka en over mooie onverharde trails en paden, onze weg naar Kranjska Gora.
Hier in het noordwesten van Slovenië, waar de Julische Alpen en de Karawanken elkaar letterlijk in de ‘ogen’ kijken, vormt zich net buiten Kranjska Gora de op één na langste zijrivier van de Donau, genaamd ´Sava´. De Sava is een 940 km lange rivier en is spreekwoordelijk het kloppende (water)hart van Slovenië waarin bijna alle rivieren uit de omringende bergen uitmonden. De oorsprong van de Sava ligt hier bij de Sava Dolinka en daarmee is de Dolinka het officiële begin van de langste rivier van Slovenië.
Tarvisio - Ljubljana
Ter hoogte van Belca steken we met een smalle vlonderbrug de Sava Dolinka over en volgen we weer het tracé van de oude spoorlijn uit 1870. Deze spoorlijn liep destijds van het Italiaanse Tarvisio over Kranjska Gora naar Ljubljana. Zoals zoveel spoorlijnen in de Alpen was deze door de opkomst van het gemotoriseerde verkeer in de jaren '60 niet meer rendabel te krijgen en is om die reden in 1966 opgeheven. Tegenwoordig is deze voormalige spoorlijn omgebouwd tot een goed onderhouden geasfalteerd fietspad.
Zodra het fietspad de Sava weer kruist, duiken wij het bos in en volgen we de trail Kolesarska Pot. Na een paar kilometer kruisen we, met een mooie oude spoorbrug, nogmaals de Sava en fietsen we het laatste stuk door de Savavallei naar Kranjska Gora. In deze vallei zien we op de almen vele karakteristieke hooirekken staan, de Kozolecs.
´Als het hooi gedroogd wordt aan een hooirek, dan weet je dat je in Slovenië bent.´
Omdat de vochtige omstandigheden in de bergen er voor zorgen dat het lang kan duren voordat het gemaaide gras tot hooi kan drogen, hangen de boeren het gras op aan deze Kozolecs. De wind zorgt er vervolgens voor dat het drogingsproces behoorlijk versneld wordt. Tot aan het einde van de 19e eeuw werden deze Kozolecs slechts gezien als een hulpmiddel om het het werk van de boeren te verlichten en het land productiever te bewerken. Vandaag de dag is de Kozolec een nationaal icoon geworden.
Kranjska Gora
Toen wij in 2014 voor de eerste keer de Trans Slovenië verkenden waren we erg verrast toen we Kranjska Gora binnen fietsten. Dit bijzonder mooie bergdorpje ligt op de flanken van het Nationaal Park Triglav en biedt zowel in de zomer als in de winter vele mogelijkheden voor alle soorten en maten buitensporters. Kranjska Gora behoorde in het verleden tot het Oostenrijkse/Hongaarse rijk en werd destijds Kronau genoemd. Het heeft een bijzonder mooi oud centrum met vele hotels en restaurants waar het 's avonds op de terrassen heerlijk vertoeven is.
In het centrum van Kranjska Gora hebben we een gezamenlijke late middaglunch gepland. Na deze lunch is er de keuze om hier de dag te eindigen, de lange variant te nemen of om op het Downhill Park van Kranjska Gora nog een aantal leuke downhill afdalingen te maken. De lange variant brengt ons met 770 extra hoogtemeters eerst naar het Dreiländereck om daarna met een mooie trailafdaling weer in Kranjska Gora te eindigen.
Decorstukken
Vanuit Kranjska Gora volgen we eerst een paar kilometer weer de oude spoorlijn en slaan we, net na het voormalige spoorwegstation Podkoren, linksaf de glooiende Almen in. Onderweg naar de skischansen van Dolina Planica heb je het gevoel dat je door een ansichtkaart aan het fietsen bent, zo mooi is het hier. Hier vind je ook weer talloze Kozolec hooirekken, die als decorstukken tegen de Julische Alpen afsteken.
Dreiländereck
Bij het dorpje Rate?e steken we de doorgaande weg over en beginnen we met een lange klim van dik 700 hoogtemeters richting het Dreiländereck. Deze klim loopt over een goed onderhouden gravelpad en is, net als de eerste klim van vandaag, steeds goed te doen. Het pad loopt dan weer door het bos en dan weer over de Almen.
Zonder uitzondering heb je op al deze Almen een magnifiek uitzicht over de machtige Julische Alpen. Omdat het laatste deel van deze klim helemaal door het bos loopt, is de verrassing dubbel zo groot wanneer je de top bereikt. Op dat moment opent zich hierboven op de Karawanken een ongelooflijk 360 graden panorama over het noordelijke Gaistal, Villach, de Ossiacher- en de Wörthersee aan de ene kant. Terwijl aan de andere kant, richting het zuiden, de Julische Alpen met al hun pracht en praal liggen. Hierboven ligt op 1.508 meter het drielandenpunt van Oostenrijk, Italië en Slovenië. Een kop koffie op de Dreiländerhütte maakt het plaatje helemaal compleet.
Hierboven ligt op 1.508 meter het drielandenpunt van Oostenrijk, Italië en Slovenië
Dubbel Trailplezier
In het eerste deel van de afdaling naar Kranjska Gora ligt op het Italiaanse grondgebied een oud militair pad dat bij de meeste mensen het hart sneller zal laten kloppen. We beginnen deze laatste afdaling met een relatief rotsachtig bospad dat niet al te steil en met veel slingerbochten naar beneden gaat. Net na Madonna della Neva slaan we af om over een smalle trail verder naar beneden te fietsen.
Deze trail naar Rate?e is het helemaal; recht toe recht aan en bijna zonder bochten loopt dit pad over de flanken van Karawanken door het bos naar beneden. Onderweg heb je weer de meest mooie uitzichten op Kranjska Gora en de achterliggende Julische Alpen. Dit hoogtepunt van vandaag hebben we tot het laatst bewaard.
Hotel Miklic
Vanaf Rate?e fietsen we de laatste 6 kilometer over gravelpaden terug naar Kranjska Gora. We overnachten in Hotel Miklic, een zeer goed aangeschreven 3-sterren hotel met een meer dan voortreffelijke keuken. Dit hotel wordt uitgebaat door vader en zoon Miklic. Zoon Gregor is een voormalig mountainbikeprof en heeft jarenlang verdienstelijk in het Sloveense Nationaalteam gefietst. Een betere plek kun je je als mountainbiker niet wensen.
Standaard etappe: 52 km en 1.204 hoogtemeters Lange variant: 65 km en 1.685 hoogtemeters
Kranjska Gora - Bovec
52-65 km en 1.204-1.685 hoogtemeters
Op deze tweede dag staan ons een geweldig panorama over het Prisojnik massief, rivierdoorwadingen en de Vrši?-pas te wachten. Een oud, verlaten en onverhard militair pad leidt ons naar de hoogste passage van vandaag. Maar ook het heidense meisje Ajdovska deklica, verstopte downhill trails naar de So?a bron en Nationaal Park Triglav komen voorbij. Een droomtrail langs de smaragdgroene So?arivier met wiebelende hangbruggen en een finish in het buitensportmekka Bovec behoren ook tot de vele highlights van deze tweede etappe.
Vandaag ligt op 1.687 meter de hoogste passage van deze Trans Slovenië, de Vrši?-pas. Deze pas en de So?avallei hebben beide een verhaal, een bloedig verhaal met honderdduizenden doden.... Hoe smaragdgroen de So?arivier ook is, hoe lieflijk de witoplichtende bergmassieven ook lijken, dit gebied is in historische zin ook (bloed)roodgekleurd. De So?avallei was het strijdtoneel van de grote Isonzo veldslagen, twaalf mensonterende veldslagen aan het Italiaanse Front in de Eerste Wereldoorlog tussen mei 1915 en november 1917. Meer dan 300.000 Oostenrijks-Hongaarse en Italiaanse soldaten kwamen daarbij om het leven.
Tiendaagse oorlog
Voor de deelnemers van de 6-daagse variant is vandaag de eerste etappe. Gisteren zijn ze met de auto over de Wurzenpas van Karinthë naar Slovenië gereden. Waarschijnlijk in versnelling 1 of hooguit 2. De Wurzenpas is met name aan de Oostenrijkse kant megasteil. Op de meeste plaatsen tussen de 18 en 20%. Tot de oplevering van de iets oostelijker gelegen Karawankentunnel in 1991, was deze pas hier de belangrijkste grensovergang tussen beide landen. Ook dit is een pas met een verhaal.
Toen de Sloveense deelregering op 26 juni 1990 de onafhankelijkheid van Slovenië uitriep, kwamen de Joegoslavische troepen daar gelijk tegen in actie en volgde de Tiendaagse Oorlog. In die tijd gold aan de Oostenrijkse zijde van de Wurzenpas alarmfase 10. Boven op de pas vind je bij de verlaten grenspost nog een aantal Russische T-34 tanks, die als stille getuigen langs de weg staan weg te roesten.
Prisrcno dobrodosli Slovenia:welkom in Slovenië!
Onderweg in de auto heb je medelijden met de fietsers die, met de bijtende geur van verbrande remschijven in de neus, in het allerlichtste verzet naar boven ploeteren en daarbij waarschijnlijk uit alle macht proberen weerstand te bieden tegen deze meedogenloze steile scherprechter. Eénmaal op Sloveens grondgebied opent zich hét panorama fotoboek over de Julische Alpen. Kan een binnenkomer ooit mooier zijn?
Jasna meer
We worden in de ochtend uitgezwaaid door vader Miklic en de kans is groot dat zoon Gregor, enthousiast als hij is, de eerste kilometers meefietst. Onderweg vertelt hij honderduit over alle mogelijke varianten en trails in zijn achtertuin. Vandaar dat de etappe van vandaag ook een basislengte van 52 kilometer en 1.204 hoogtemeters heeft en eventueel is uit te bouwen tot 65 kilometer en 1.685 hoogtemeters. Onderweg komen we genoeg 'Gregor varianten' tegen, om iets van de basisroute af te wijken en een paar extra lussen eraan vast te knopen.
Net buiten Kransjka Gora volgen we een smalle en grillige trail langs de Pisnica rivier en komen we redelijk vlot bij het feeërieke Jasna meer aan. Dit smaragdgroene meer is ontstaan door de samenvloeiing van de riviertjes Mala Pišnica en Velika Pišnica en je hebt hier een waanzinnig mooi uitzicht over de Julische Alpen.
Vrši?-pas
Na het Jasna meer begint gelijk de Vrši?-pas, een pas tussen Kranjska Gora en Trenta. De Vrši?-pas (Italiaans: Passo dell Moistrocca, Duits: Werschetzpass) is de hoogste bergpas in het noordwesten van Slovenië. Oorspronkelijk was dit een handelspad die de bewoners van Trenta uit de So?avallei gebruikten voor hun inkopen uit Kranjska Gora of Villach.
Toen de Eerste Wereldoorlog in 1914 uitbrak, werd deze pas door de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie uitgebouwd om het leger aan het front in het Isonzodal te kunnen bevoorraden. Meer dan 10.000 Russische krijgsgevangenen werden onder erbarmelijke omstandigheden ingezet om deze bloedweg aan te leggen.
Reliek uit de Eerste Wereldoorlog
De huidige passtraat, met zijn 50 haarspeldbochten, loopt voor een deel nog over deze oude, oorspronkelijke militaire pas en is voor een groot deel nog geplaveid met basaltblokjes, een reliek uit die Eerste Wereldoorlog die inmiddels alweer een eeuw achter ons ligt. Een paar honderd meter na het Jasna meer verlaten we de huidige Vrši?-pas en volgen we langs de Mala Pišnica een stuk van de oude, onverharde Vrši?-pas.
Al loopt dit schrotterpad iets meer dan vals plat omhoog, door alle losse stenen is het op sommige delen best lastig fietsen. Ook hier worden we weer beloond met een overdonderend panorama met kilometers lang uitzicht op het 2.547 meter hoge Prisonjik, de op 10 na hoogste berg van Slovenië.
De 50 haarspeldbochten van de Vrši?-pas
Na een kleine 5 kilometer stopt plotseling het pad en staan we voor een rivierdoorwading waar de meesten waarschijnlijk een paar natte voeten zullen scoren. Na deze doorwading verlaten we deze trail langs de boorden van de Mala Pišnica en blijven we de oude onverharde Vrši?-pas volgen. Na een pittige klim door het bos komen we net voor haarspeldbocht nummer 3 weer op de nieuwe geasfalteerde Vrši?-pas terecht.
Al is dit deel van de route verhard, het is een deel wat we zeker niet mogen laten schieten. Vanaf hier loopt de weg met 22 haarspeldbochten naar de top op 1.611 meter. Elke bocht is met basaltblokjes geplaveid, een droom voor elke fietser.
Ruska kapelica
Net na haarspeldbocht 7 staat één van de meest 'allochtone' religieuze gebouwen in Slovenië: de Russische kapel. Door het gebrek aan arbeidskrachten werden in de herfst van 1915 meer dan tienduizend Russische krijgsgevangenen voor de uitbouw van de Vrši?-pas ingezet. Door een zware lawine vonden op 12 maart 1916 bijna 300 Russen op de helling van Mojstrovka de dood. Ter nagedachtenis aan deze Russische krijgsgevangenen werd de Ruska kapelica gebouwd.
Grastapijt
We volgen de verharde Vrši?-pas tot net voor haarspeldbocht 17 en bij de Tonkina-Koca hut buigen we weer af om de oorspronkelijke Vrši?-pas te volgen. Deze verrassend mooie trail loopt met vele haarspeldbochten over de flanken van Mojstrovka naar de Postarski Dom hut op 1.687 meter hoogte. In onze beleving hoort deze trail in de top 3 trails van deze Trans Slovenië. Door het korte gras dat halverwege de klim door het gravel groeit wordt de trail steeds groener en lijkt het net of je over een groot groen tapijt naar boven fietst.
Het heidense meisje
Op deze trail heb je ook weer mooie uitzichten over de massieven van de Prisonjik. Eén van de hoogtepunten van deze beklimming is het reusachtige gezicht van het meisje Ajdovska deklica. Dit natuurlijke beeldhouwwerk bevindt zich op de noordwand van de berg Prisank en haar ogen volgen ons tijdens het laatste deel van de beklimming naar de top. Ajdvoska deklica was een jong meisje dat aan de voet van de berg Prisank leefde. Ze was altijd zeer behulpzaam en wees wandelaars de weg, zodat ze niet zouden verdwalen. In ruil hiervoor kreeg ze voedsel en drinken.
De legende wil dat Ajdovska samen met haar zussen over het vermogen beschikte om de toekomst van pasgeboren baby’s te voorspellen. Op een dag vertelde ze de pasgeboren zoon van een jager dat hij de legendarische steenbok Zlatorog zou neerschieten. Hierop werden haar zussen zo boos dat zij Ajdovska voor eeuwig in steen hebben veranderd. Sindsdien is het treurige gezicht van Ajdovska Deklica terug te vinden in de noordwand van Prisank. Wanneer het regent begint ze te huilen. Hoewel het een lange tijd geleden is, begrijpt ze nog steeds niet waarom zij werd gestraft voor iets wat de waarheid was.
De Postarski Dom hut
Als we bij de Postarski Dom hut op 1.687 meter hoogte zijn aangekomen, hebben we sinds ons vertrek uit Kransjka Gora alweer bijna 1.000 hoogtemeters geklommen. Op deze pashoogte krijgen we niet alleen een prachtig uitzicht voorgeschoteld, maar ook een kom goedgevulde soep. Fijn, want de volgende afdaling kost flink wat kracht en energie. Vanuit de Postarski Dom hut dalen we eerst over een steil gravelpad af naar de officiële pas op 1.611 meter en volgen we daarna nog een stuk van het verharde deel van de Vrši?-pas.
De So?a bron
Tussen haarspeldbocht 26 en 27 duiken we het bos weer in om voor de laatste keer de oude Vrši?-pas te volgen. Deze technische trail, die deels door een dicht bos loopt, is steil en stenig en brengt ons rechtstreeks naar de bron van de So?a. Voor een onbekende is het hier onoverzichtelijkheid ten top; steenmannetjes en routebordjes proberen ons in dit donkere labyrint van paden te verleiden om hun kant op te rijden. Na bijna 800 hoogtemeters downhill rijden we het licht weer in en spuugt het pad ons vlakbij de bron van de rivier de So?a uit. Het turquoise water van de So?a schittert in de zon.
De Soška dolina
We zijn inmiddels aangekomen bij het tweede deel van deze etappe die ons door het hart van de de So?avallei (Soška dolina) leidt. De verbazingwekkende schoonheid van So?avallei komt overeen met de meest perfecte, romantische voorstelling over hoe een alpenlandschap er uit zou moeten zien: kristalheldere rivieren, kletterende watervallen, dichtbeboste hellingen, heldergroene dalen, traditionele alpendorpjes, diepe kloven en met sneeuw bedekte bergtoppen.
Als een 'turquoise levensader' meandert de So?a-rivier zich 140 kilometer lang tussen de immense pieken van de Julische Alpen door om vervolgens via Italië bij Monfalcone als Isonzo uit te monden in de Golf van Triëst aan de Adriatische Zee. Zo vredig als de So?avallei er nu bij ligt, zo grijpbaar is hier de bloedige geschiedenis. Deze vallei was tijdens de Eerste Wereldoorlog het strijdtoneel van 12 mensonterende "Isonzo" veldslagen tussen Italië en Oostenrijk-Hongarije. Tijdens deze veldslagen vielen er honderdduizenden slachtoffers.....
So?atrail en hangbruggen
Vandaag, maar ook de komende dagen, zal de So?a steeds ons reisgezelschap blijven. Soms tastbaar dichtbij en soms op een afstandje. Pas halverwege dag 6 nemen we bij Nova Gorica afscheid van deze smaragdgroene rivier. We verlaten de So?a-bron en dalen snel af over een smalle geasfalteerde weg en komen kort daarna weer terecht op de verharde Vrši?-pas. Deze volgen we een paar honderd meter bergopwaarts en bij haarspeldbocht nummer 48 rijden we het bos in om de Gregor?i? trail te volgen. Aan dit pad staat het beroemde beeld van de Sloveense dichter Simon Gregor?i?, die het gedicht So?i ('Aan de So?a'), één van de meesterwerken in de Sloveense poëzie, heeft geschreven.
Na 100 hoogtemeters passeren we de eerste hangbrug over de So?a en we staan weer op de verharde Vrši?-pas. Deze volgen we voor de laatste keer nog een 200 meter voordat we bij een oude, stenen brug definitief op de So?a-trail terechtkomen. De So?a-trail blijven we langs de bovenloop volgen tot we net buiten Trento weer op de verharde weg uitkomen. Er volgt nog een paar kilometer geasfalteerde weg richting Bovec tot we de So?a weer kunnen oversteken.
Dit deel van de So?a-trail is echt subliem; steeds langs de oevers van de smaragdgroene So?a, over hangbruggen, langs diep uitgesneden canyons, nooit al te steil maar wel met wortel- en rotsachtige passages en krappe serpentine afdalingen. Highlights zijn zeker de vele smalle hangbruggen waarmee we telkens de So?a oversteken. Aan twee vingerdikke roestige, stalen kabels hangt een constructie van planken en draden die nou niet bepaald de betrouwbaarheid van onze Hollandse deltawerken uitstralen. Het fietsen over deze hangbruggen is een uitdaging op zich, ze schommelen zo erg dat je maar net in evenwicht kunt blijven.
Bovec, het buitensportmekka van Slovenië
We blijven de So?a-trail volgen tot een laatste hangbrug ons via de achteringang op een campsite brengt. Wanneer we de campsite verlaten, krijgen we aan het einde van deze bewogen dag nog een 'kruidige' klim, een laatste bospad en een mooie weidetrail voorgeschoteld voordat we via kleine steegjes Bovec binnenfietsen.
Bovec is een broedplaats voor allerlei buitensporten. Raften, deltavliegen, canyoning, via feratta, zip-line, mountainbiken of skiën, het kan allemaal in dit typisch Sloveense dorp. We hebben de keuze uit verschillende overnachtingsmogelijkheden en het hangt van de drukte af in welk hotel we een overnachting boeken. We hebben zo onze voorkeuren, maar die houden we graag nog even voor ons.
Korte variant: 59 km en 1.486 hoogtemeters Standaard etappe : 64 km en 1.648 hoogtemeters Lange variant: 79 km en 2.042 hoogtemeters
Bovec - Kobarid
Korte variant - 59 km en 1.486 hoogtemeters Standaard etappe - 64 km en 1.648 hoogtemeters Lange variant - 79 km en 2.042 hoogtemeters
Het water van de So?a is zo intens groen dat het lijkt alsof de rivierbodem vol met glinsterende smaragden is bedekt. In werkelijkheid zijn het minuscule zwevende kalkzandsteen sedimenten die het zonlicht zodanig breken waardoor de So?a zijn vonkelende smaragdgroene kleur krijgt. Maar deze rivier en de omliggende bergen vormden een eeuw geleden ook het decor van één van gruwelijkste veldslagen in de Eerste Wereldoorlog. Nog steeds bergen de ruige rotsen hier de resten van vele gevallen militairen. Jarenlang vochten de Italianen er tevergeefs tegen het Habsburgse leger. En het was niet één veldslag, nee het waren er twaalf, die zich afspeelden vanaf de zomer van 1915 tot de herfst van 1917.
De slagen staan bekend als 'de 12 veldslagen aan de Isonzo'. Hier stonden twee legers tegenover elkaar zonder ervaring in het vechten in het hooggebergte. Probeer het maar eens voor te stellen: rotsen, spelonken en ravijnen, nauwelijks begaanbare wegen en razendsnelle wisselende weersomstandigheden. De vijand kon ieder moment en overal opduiken. Van voren, van achteren, van opzij, van boven, van onderen. Vluchtwegen waren er nauwelijks.
300.000 doden en 1.000.000 gewonden
In juni 1915 zetten de Italianen de eerste aanval in, met als uiteindelijke doel om via de hoogvlakte achter de Isonzo naar Triëst door te stoten. Maar wat de Italianen ook probeerden en hoe groot hun overmacht ook was, slag na slag was de terreinwinst minimaal. De enige verovering van betekenis was de kale berg Krn, door de Italianen later plastisch tot 'Monte Nero' omgedoopt. Meer dan 300.000 mensen hebben tijdens de slagen aan de Isonzo het leven gelaten en bijna 1.000.000 militairen raakten gewond. En dat is slechts een ruwe schatting. Nog altijd vindt men in het onherbergzame gebied de resten van onbekende gevallen soldaten.
Het eerste deel van deze etappe staat grotendeels in het teken van de So?a. Pas na het dorpje Spodnja Zaga beklimmen we, over een oneindig lang gravelpad, de Stol Planina Bozca. Bovenop de kam hebben we een vrij uitzicht over het bergmassief van de Monte Canin in het noorden en de groene toppen van de Planina Kuhinja in het zuiden. Hightlights van deze dag zijn de lange traverse langs de kam van de Stol en de supermooie technische afdaling over de Trnovo-trail.
Korte, standaard of lange variant
In Trnovo ob Soci ligt de splitsing tussen de korte, standaard of lange variant. De standaard route volgt een lus over Magozd naar Kobarid, terwijl de korte variant langs de oevers van de So?a rechtstreeks naar Kobarid loopt. Het verschil tussen de korte en standaard versie is 5 kilometer en 186 hoogtemeters klimmen. De echte doorzetters kunnen ook nog kiezen voor een lange route. Ook deze splitsing ligt hier in Trnovo ob Soci. De lange variant loopt eerst 8 kilometer terug naar Zaga en sluit na een technische trail aan op de standaard route richting Magozd en Kobarid, 16 kilometer en 394 hoogtemeters extra ten opzichte van de standaard route.
Kobarid (Duits: Karfreit, Italiaans: Caporetto) is een kleine stad en is vooral bekend geworden door de slag bij Caporetto in de Eerste Wereldoorlog waar de Italiaanse legers een zware nederlaag leden tegen de Oostenrijks-Hongaarse en Duitse legers. Na de Eerste Wereldoorlog werd Kobarid/Caporetto, dat eeuwenlang tot Oostenrijk had behoord, een deel van Italië. In 1947 moest Italië het als gevolg van de Tweede Wereldoorlog aan Joegoslavië afstaan en behoorde het tot de deelrepubliek Slovenië.
De watervallen van Virje
We starten de dag gelijk met een steile klim vanuit het centrum van Bovec. Na een paar kilometer klimwerk krijgen de brandende benen rust in een lange snelle afdaling naar het dorpje Plužna. In Plužna slaan we rechtsaf naar het eerste doel van vandaag. Net buiten dit dorpje vinden we één van de 300 permanente watervallen van Slovenië, de Slap Virje. Deze waterval wordt gevoed door het water van de Monte Cerne en is zo vroeg in de ochtend een oase van rust. Door de nevel van de waterval en bijzondere lichtinval heeft deze plek echt iets mystieks.
?ezSo?a, het raftparadijs
Na het bezoek aan de waterval klimmen we pittig steil de vallei uit en rijden we weer richting Plužna. Midden in het dorpje buigen we rechtsaf en komen we met een snelle afdaling weer in het So?adal terecht. Vanaf hier klimmen we over een paar verhipt steile, onverharde paden omhoog tot we net voor Bovec bij het dalstation van de Kanin-lift uitkomen. Bovec is door deze skilift met het grote Italiaanse skigebied Kanin van Selle Nevea verbonden. Deze lift is in de zomer open en we zullen het zeker niet laten om voor een paar euro met de fiets naar boven te gaan. De afdaling van het tussenstation terug naar Bovec is dik 1.200 hoogtemeters extra bonus over brede en snelle gravelpaden.
Wel of geen bonus, vanaf het dalstation zoeken we de graspaden rond de airstrip van van Bovec op. Het blijft bijzonder dat ook hier alles vrij toegankelijk is. Geen manshoge hekken, waakhonden of andere onnneembare hindernissen. Wat een verschil met Nederland waar dit soort paden zo dicht op een airstrip zeker verboden zouden zijn. Op de rand van de airstrip duiken we naar beneden over een snel 'Strava' pad richting de delta's van de So?a.
Net voor het kleine dorpje ?ezSo?a steken we de So?a over en verdwijnen we in het stroomgebied van de rivier. Hier bij de brug is het zomerdag een drukte van belang met toeristen die allemaal de So?a met een raft of wildwater kajak willen bedwingen. Wij zoeken de uitdaging in de vele trails die je hier aan de boorden van de rivier vindt. Kilometerslang volgen we deze uitdagende smalle trails, die steeds weer de randen van het heldere groene water opzoeken.
De Planina Bozca
Net voor het dorpje Log Cesoski steken we deze ochtend nog één keer de So?a over en volgen we tot Spodnja Zaga een paar kilometer een redelijk druk bereden asfaltweg. In dit kleine dorpje stoppen we voor de ochtendbreak en kunnen we onder het genot van een kopje koffie of thee genieten van het mooie uitzicht over de So?a en ons alvast klaar maken voor wat komen gaat. Er wacht ons net buiten Zaga de eerste grote inspanning voor vandaag, meer dan 1.000 hoogtemeters aan één stuk klimmen naar de Planina Bozca op 1.381 meter hoogte.
Tot net voor de oude grensovergang met Italië loopt het eerste deel van deze beklimming over een oude en verlaten geasfalteerde weg. Niet al te moeilijk en steeds met een redelijke constante stijging klimmen we, hoog boven de U?ja rivier, langs de steile hellingen van de U?ja vallei. Soms heb je even vrij uitzicht over deze uitgestrekte en imponerende vallei en dan ben je echt blij dat dit deel geasfalteerd is en je niet over één of andere singletrail aan het fietsen bent.
Dat het hier steil is zie je ook aan de gemetselde muurtjes die ons constant mee naar boven begeleiden. Deze muurtjes moeten voorkomen dat iemand hier naar beneden kiepert. Tot aan de grensovergang met Italië is de valleikant van deze oude en verlaten weg voorzien van dit stuk vakmanschap uit een lang vervlogen tijd.
Oase van rust
Net voordat de geasfalteerde weg de Italiaanse grens passeert, slaan wij bij Za Melom af en beginnen we met de laatste 668 hoogtemeters van deze klim naar de Planina Bozca. Al is deze klim maar net iets steiler dan de klim naar Za Melom, het voelt alsof er steeds iemand aan je mountainbike staat te trekken. Bijna 10 kilometer lang klim je tergend langzaam over de flanken van deze dicht beboste bergkam naar boven.
Aan alles is te merken dat je hier over de noordkant van de Cesta U?ja fietst. Door de vochtige omstandigheden is het bos een oase van rust en vind je hier alleen maar met mos begroeide rotspartijen en diepgroene loof- en naaldbomen. Tijdens deze lange klim kun je heerlijk wegdromen en besef je hoe mooi en divers de natuur hier is.
Magistraal uitzicht over Planina Kuhinja
Net voordat we het hoogste punt van de Planina Bozca bereiken, opent zich dan, na de kilometers lange klim door het dichte bos, een magistraal uitzicht over de Julische Alpen en de Monte Canin in het noorden en de Matajur in het westen. Hierboven is ook gelijk duidelijk te zien dat we met deze dag het rotsachtige hoogalpine gebied gaan verlaten.
Na de komende afdaling verandert de omgeving de komende dagen steeds meer in een heuvelachtig landschap met alleen maar groen beboste berghellingen. Niet dat de komende beklimmingen makkelijker worden, nee integendeel zelfs. Er liggen de komende dagen zeker nog vele uitdagende klimmen op ons te wachten. Deze beklimmingen en afdalingen zijn dan wel minder lang, maar zeker niet altijd gemakkelijker.
100% trailgeluk
Na een korte pauze op de flanken van de Planina Bozca rijden we eerst over een alleraardigst mooi Almpad naar het oosten. Dit pad loopt stijf onder de kam van deze 'Stol' en is werkelijk een genot om te rijden. Heerlijk golvend tikken langzaam de hoogtemeters weg en heb je onderweg continu een panorama-uitzicht waar je geen genoeg van zult krijgen. Na iets meer dan 5 kilometer fietsen over deze bergrug gaat dit Almpad heel geleidelijk over in een trail die bij de meesten het hart sneller doet kloppen.
Zodra we het bos induiken gaat het pas echt los. Een redelijk steile en technische singletrail is als een litteken in de rotsachtige ondergrond gekerfd. Niet onmogelijk om te fietsen, maar door de wortelpassages hier en daar toch behoorlijk listig. Mensen met een voorliefde voor het downhillen zullen van deze verlaten en op sommige stukken wat verwaarloosde trail zeker maximaal genieten. Na 3 kilometer en 400 hoogtemeters 'trailgeluk' gaat deze singletrail over in een oud, verlaten boerenpad vol keien totdat we na dik 1.000 hoogtemeters bij het dorpje Trnovo ob Soci weer op de verharde weg uitkomen waar het inmiddels hoog tijd geworden is voor de lunch.
Korte, standaard of lange variant
Hier in Trnovo ob Soci hebben we de keuze om het laatste deel van deze dagetappe met de korte, standaard of lange variant te eindigen. De standaard route volgt een lus over Magozd naar Kobarid, terwijl de korte variant hoog boven de oevers van de So?a rechtstreeks naar het historische dorpje Kobarid loopt. Het verschil tussen de korte en standaard versie is maar 5 kilometer en 186 hoogtemeters extra klimmen. De echte doorzetters kunnen hier ook nog kiezen voor de lange versie. Ook deze splitsing ligt hier in Trnovo ob Soci.
De lange variant loopt eerst weer 8 kilometer terug naar Zaga en sluit na een lange en technische trail weer aan op de standaard route richting Magozd en Kobarid, 16 kilometer en 394 hoogtemeters extra ten opzichte van de standaard route. Laten we beginnen met de korte versie. Vanuit Trnovo ob Soci volgen we een kleine kilometer bergafwaarts de geasfalteerde weg richting Kobarid om vervolgens hoog boven de So?a rivier een vlak gravelpad te volgen.
Net voor Kobarid kruisen we met de Napoleonbrug de So?a en fietsen we zo zonder al te veel inspanning het centrum van Kobarid binnen. Deze historische brug uit 1750 verbindt hier op het smalste deel de beide oevers van de diepe canyon van de So?a-rivier. Historisch, omdat Napoleon hier lang geleden met zijn troepen richting de Alpen trok.
Standaard route over Magozd
Eigenlijk is de korte route meer bedoeld als mogelijk alternatief in het geval van slecht weer of andere bijzonderheden. Het is namelijk veel aantrekkelijker om deze dagetappe met de standaard of lange route te eindigen. De reden hiervoor ligt namelijk op driekwart van het laatste deel van beide varianten, de Slap Kozjak waterval.
Vanuit Trnovo fietsen we eerst een klein stukje richting het noorden en passeren over een uitdagende lange hangbrug de So?a-rivier. Direct na deze brug volgen we een verlaten gravelpad naar het typisch Sloveense dorpje Magozd. Met uitzicht over de onder ons liggende So?a-rivier slingert dit pad over de voet van de 1.764 meter hoge Veliki Vrh.
Na deze gemoedelijke klim opent zich bij Magozd weer een mooi panorama over een wonderlijke omgeving. Hier leven de mensen al eeuwen in alle eenvoud en rust. Dat Slovenië overwegend katholiek is, is hier in elk dorpje tastbaar. Overal vind je kleine kerkjes die elke zondag weer het middelpunt voor deze bewoners zijn.
Slap Kozjak
De beloning voor deze 186 extra hoogtemeters klimmen naar Magozd vind je gelijk na dit dorpje. Eerst fietsen we nog door een lieflijk almen landschap om na een paar kilometer het dichte bos in te duiken. Dit bospad brengt ons naar Slap Kazjak, dé attractie van deze omgeving. Deze betoverend mooie waterval ligt aan het einde van een donkere en nauwe canyon en is alleen via een smalle trail en een aantal smalle houten bruggetjes en vlonders te bereiken.
Al kunnen we dit laatste deel niet meer fietsen, het is meer dan de moeite waard om hier een tussenstop in te plannen en te genieten van deze diep verstopte oase. Per slot van rekening is het na deze tussenstop nog maar een paar kilometer verder afdalen voordat deze variant ook in het centrum van Kobarid eindigt.
Dynamiet in de benen
Degene die er geen genoeg van kunnen krijgen en in deze etappe alles uit de kast willen halen, die kunnen in Trnovo ervoor kiezen om een extra lus aan de standaard route te knopen. Een lus met een trail uit het boekje, één die je lang zal heugen wanneer je hem eenmaal gefietst hebt. Om deze trail te bereiken, moeten we wel eerst een stuk terugfietsen naar Spodnja Zaga.
Vlakbij het restaurant waar we vanmorgen een koffiebreak hebben gehad, bereiken we via een opening in de vangrail de oevers van de So?a-rivier. Hier vinden we een labyrint aan smalle paden en trails die allemaal bij de So?atrail horen. Deze trail is echt om van te smullen en zal bij iedereen een glimlach op het gezicht toveren. Een glimlach die 8 kilometer lang blijft en waarschijnlijk daarna ook nog weer terug zal komen wanneer je er nog eens aan terugdenkt.
Tot het dorpje Srpenica slinger je continu over een bochtig parcours, soms stijf langs de oever van de So?a om daarna weer met maximale snelheid door de almen te rijden. We horen van deelnemers vaak dat ze een dergelijke setting nog nooit meegemaakt hebben en dit zeker voor geen goud hadden willen missen.
Laatste loodjes
Direct na het dorpje Srpenica moeten we echt serieus aan de bak, de trail wordt in het bos steil en behoorlijk technisch. De rotsachtige treden maken je hier het leven behoorlijk zuur en alleen de daredevils onder ons zullen deze 350 meter lange passage kunnen en durven fietsen. Aan het einde van deze technische downhill steken we met een wiebelende hangbrug de rivier over en komen we na een korte pushbike terecht op de linkerkant van de So?a.
Hier volgen we een smal bospad om zo na 123 hoogtemeters te eindigen op het beginpunt van deze extra lus. Het vervolg vanaf Trnovo is gelijk aan de standaard route zoals hierboven al is omschreven. Na 79 kilometer en dik 2.000 hoogtemeters eindigt deze lange variant dan ook in Kobarit.
Na gedane arbeid
Ook in Kobarid vind je vele tastbare herinneringen uit de Eerste Wereldoorlog. Vanaf het Vrijheidsplein (Trg Svobode) in Kobarid loopt een kruisweg naar boven naar de kerk St. Anton van Padua. Deze kerk uit 1696 ligt op een heuvel boven Kobarid en wordt omgeven door het grootste Italiaanse ossuarium op Sloveens grondgebied.
Dit ossuarium werd in 1938 gebouwd voor de Italiaanse soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het Isonzo front vielen en is zeker de moeite waard om na deze etappe te bezoeken. Voor de overnachting maken we graag gebruik van een aantal mooi ingerichte chalets net buiten Kobarid. Hier aan de oevers van de So?a is het heerlijk vertoeven en kun je deze dagetappe nog eens aan je voorbij laten gaan. Al is het nog maar dag 3 van deze Trans Slovenië, je hebt het gevoel dat je al tijden door dit mooie land aan het fietsen bent.
Standaard etappe: 47 km en 1.485 hoogtemeters Lange variant: 75 km en 2.382 hoogtemeters
Kobarid - Tolmin
Standaard etappe - 47 km en 1.485 hoogtemeters Lange variant - 75 km en 2.382 hoogtemeters
Vandaag fietsen we nog een dag door het middelgebergte van Slovenië en kun je op bijna elke kilometer de bloedige geschiedenis uit die gruwelijke Eerste Wereldoorlog nog proeven. Als je hier fietst dan word je je pas bewust van de extreme omstandigheden waaronder de soldaten hun gevechten moesten leveren. Van loopgraven kon in de bergen geen sprake zijn. Met springstof werden ruimten gecreëerd waarin de soldaten zich konden verschansen. De bevoorrading gebeurde via smalle bergpaden en grottenstelsels. Soldaten kon je ze eigenlijk niet noemen, het waren onervaren jongens, zo van het platteland geplukt, voor het eerst van hun leven in de bergen.
Het was inmiddels herfst 1917. De Habsburgse keizer Karel I, die in 1916 de overleden Frans-Jozef had opgevolgd, vreesde dat het Oostenrijks-Hongaarse leger een nieuwe Italiaanse aanval aan de Isonzo niet zou doorstaan. Kobarid wordt in de geschiedenisboeken dan ook vaak in één adem genoemd met het zogenaamde Wunder von Karfeit. Dit 'wonder van Kobarid', respectievelijk 'de vernedering van Caporetto', slaat op het gebruik van het gifgas dat tot ieders verbazing de Habsburgse legers in 1917 een overwinning op de Italianen liet behalen. Het wonder van Karfreit bleef echter maar één van de weinig roemrijke overwinningen van het Duits-Oostenrijke bondgenootschap en deze vreugde was ook nog eens van erg korte duur. Door de hulp van de Britse, Franse en Amerikaanse hulptroepen was het verval van de beide keizerrijken niet meer te stoppen. Zelfs de zwakke Italianen gingen er na de ineenstorting van de beide supernaties vandoor met flinke stukken rijksgebied van de Habsburgers.
Deze vierde etappe van de Trans Slovenië van Kobarid over Planina Kuhinja naar Tolmin is in het begin niet al te moeilijk en de kilometers trappen dan ook lekker weg. Het tweede deel is echter van geheel andere orde. De trails en bospaden worden in dit gebied steeds steiler, technischer en rotsachtiger. De klim over de flanken van Krn is er één om u tegen te zeggen. Op de weg naar Planina Pretov? zullen een aantal zeker de man met de hamer tegen komen en op delen de fiets voor zich uit moeten schuiven. Ook de daaropvolgende lange afdaling naar het Javorca monument is lang, lastig en technisch. De omgeving daarentegen is wel weer subliem en adembenemend, al zullen de meesten hier waarschijnlijk geen oog voor hebben. Dit is een etappe waar concentratie en fietstechniek vereist zijn om soepel over de Planina Kuhinja te komen. Na 47 kilometer en 1.485 hoogtemeters hebben de conditionele zwaargewichten in Tolmin nog de keuze om een extra lus aan deze etappe vast te plakken. Met deze extra lus van 28 kilometer en 870 hoogtemeters kom je dan al aardig in de buurt van een volwaardige TransAlp etappe.
Drežniška cerkev
Na een heerlijke nachtrust aan de oevers van de So?a beginnen we deze ochtend gelijk met een lange klim naar het dorpje Drežnica. Geen lastige klim, integendeel zelfs. Hier is het vroeg in de ochtend heerlijk fietsen door het koele bos. Na een kleine 6 kilometer klimmen komen we op 500 meter hoogte terecht op het hoogplateau van Drežnica. Deze uitzonderlijk mooie en uitgestrekte hoogvlakte met de dorpjes Kose?, Drežniške Ravne, Magozd, Jezerca en Drežnica, ligt aan de westkant van de kolos Mount Krn. Hierboven is het vooral genieten geblazen en valt het gelijk op dat de Drežniška cerkev als een helder wit baken centraal in deze diepgroene omgeving ligt. Waar we ook fietsen, deze markante kerk blijft altijd in het zicht. In de Eerste Wereldoorlog is op dit plateau alles kapot geschoten of opgeblazen, op één gebouw na, de Drežniška cerkev. Alle bewoners zijn destijds of omgekomen door beschietingen of later door de Italianen gedeporteerd. Na de oorlog woonde hier geen enkele oorspronkelijk bewoner meer. Moeilijk voor te stellen als je nu zo door dit vredige landschap fietst.
Herdenkingskapel
Net na het dorpje Kose? verlaten we de verharde weg en kunnen we ons opmaken voor de eerste serieuze klim van vandaag. Dit onverharde bospad trekt gelijk vanaf het begin steil naar boven en is een echte kuitenbijter. Hoe hoger we komen, hoe smaller en rotsachtiger het pad wordt. Door de vele waterloopjes zijn met name de laatste hoogtemeters technisch en vragen om opperste concentratie. Na 4 kilometer en 350 hoogtemeters komen we terecht op een bergzadel met een mooie herdenkingskapel voor de gevallen Italiaanse soldaten uit de Eerste Wereldoorlog. Deze plek is in het verleden het strijdtoneel geweest van vele aanvallen van zowel de Italiaanse als de Oostenrijkse legers. Deze zadel was destijds een belangrijke strategische plek om de hoogvlakte Planina Kuhinja en So?a-vallei te kunnen overzien en te kunnen overheersen.
Alm Planina Kuhinja
De afdaling vanaf de kapel loopt eerst een tijdje over een open stuk van de bergrug waar we een smal wandelpad volgen. In het bos gaat deze trail over in een breder bospad om zo uiteindelijk op de verharde weg naar het dorpje Krn uit te komen. Na een paar honderd meter afdaling over deze verlaten, verharde weg begint de lange klim naar Pretovc op 1.173 meter hoogte, tevens het hoogste punt van vandaag. Je zult blij zijn dat je hier over de verharde weg naar Krn kunt fietsen. Gelukkig is deze helse klim niet lang en voordat je je hebt kunnen bedenken hoe je de naam Krn met alleen maar medeklinkers in vredesnaam moet uitspreken, zit je al op een onverhard pad naar de Alm Planina Kuhinja, onze lunchplek voor vandaag. Planina betekent in het Sloveens zoiets als weide of vlakte. Dit is voor deze omgeving wel een wat vreemde benaming, hier is het namelijk alles behalve vlak. Net voor deze alm hebben we de keuze om de lunch nog even voor ons uit te schuiven en verder te fietsen over een onverhard gravelpad richting de Mount Krn. Voor deze extra 258 hoogtemeters klimmen krijg je ook wat moois terug. Met een hele mooie lange downhill over smalle trails eindig je zo op het terras van de Planina Kuhinja en kun je ook genieten van de welverdiende middagbreak. Al met al hebben we hier voor vandaag inmiddels al een dikke 1.000 hoogtemeters geklommen en beginnen we na deze break gelijk met de laatste grote klim van de standaard route.
Panorama-uitzicht
Deze laatste beklimming van vandaag staat helemaal in het teken van het bedwingen van de Pretovc. Ook deze pas was in de Eerste Wereldoorlog een belangrijke stelling in de frontlinie van de Oostenrijkers om de hoogvlakte Planina Kuhinja te kunnen overzien en te overheersen. De komende 16 kilometers lopen door een enigszins verwilderd en eenzaam gebied van Slovenië, waar verstopte trails elkaar afwisselen met mooie gravelpaden door open Almen. De trails zijn soms behoorlijk verstopt en vragen door een aantal listige wortelpassages het maximale van je rijtechniek. Boven op de pas hebben we een mooi panorama-uitzicht over de voor ons liggende Tolminkavallei en het valt gelijk op dat er op één van de hellingen een immense aardverschuiving is geweest. Al dateert deze aardverschuiving uit 1988, vanaf dit punt is duidelijk zichtbaar wat voor gevolgen deze aardverschuiving heeft gehad. Een stuk berg ter grootte van een paar voetbalvelden is compleet verdwenen in de Tolminka kloof en heeft een groot beige-achtig litteken op deze berghelling achtergelaten. In de verte zie je ook al onze volgende bestemming liggen: het Javorca monument.
Heiliggeest kerk Javorca
Wanneer je vandaag voor de standaard route kiest, dan heb je op dit punt het serieuze klimwerk achter de rug en gaat het laatste deel alleen nog maar naar beneden totdat we Tolmin binnenrijden. Kies je voor de lange variant, dan ligt er net buiten Tolmin nog een extra uitdagende lus op je te wachten. We beginnen met beide varianten eerst met een lange afdaling die qua route hetzelfde is als de klim die we net achter de rug hebben. We fietsen over hobbelige bospaden en trails, door open weides met verlaten almen en over verstopte trails in dichtbegroeide bossen. Na bijna 700 hoogtemeters downhillen, komen we aan onze linkerkant een grote houten kerk tegen, de heiliggeest kerk Javorca. Deze kerk is het enig overgebleven monument op Sloveens grondgebied ter nagedachtenis aan de Oostenrijks-Hongaarse slachtoffers aan het Isonzofront. Op één of andere manier doet deze plek gelijk luguber aan en na het beklimmen van de vele treden naar de ingang van deze kerk zal je waarschijnlijk ook kippenvel op de armen krijgen. Binnen in deze kerk vind je namelijk de namen van vele duizenden gevallen soldaten die stuk voor stuk in de tientallen houten harmonicaluiken zijn ingebrand. Je vraagt je af wat men destijds bezielde en waarvoor al deze duizenden jonge mannen hier hun leven opgeofferd hebben. Voor het vaderland? Voor de keizer? Voor de eer? Het is moeilijk voor te stellen dat 100 jaar geleden hier zoveel mensen zo zinloos gestorven zijn.
Tolminka kloof
De rest van deze etappe gaat vanaf hier alleen nog maar in vliegende vaart naar beneden. Het eerste deel volgen we nog kort een verharde betonnen weg die vanaf Javorca mega steil naar beneden loopt. Beneden bij een aantal oude oorlogsbunkers gaat de weg over in een onverhard pad en kunnen we 6 kilometer lang op volle snelheid naar beneden rijden. Brede en vlakke gravelpaden brengen ons naar het gehucht Ralne waar we het bos weer induiken om bergafwaarts een mooie trail naar de Tolminka korita canyon te volgen. Al is het een heen en weertje, het loont zeker de moeite om de twee kilometer verder gelegen Devil's Bridge op te zoeken. Op deze illustere brug heb je een fantastisch uitzicht over de 60 meter dieper gelegen kloof en het helder blauwe water van de Tolminka rivier. Voor de liefhebbers is het mogelijk om in de kloof af te dalen en te genieten van dit mooie schouwspel. Over smalle paden en vele houten bruggetjes kom je dan weer terug bij het punt waar we eerder met de trail uit het bos zijn gekomen.
Kleurrijke kunststukjes
De laatste paar kilometers naar Tolmin zijn nu nog maar bijzaak. We fietsen het laatste stuk door een open landschap en blijven deels op verharde en deels op onverharde paden parallel aan de Dolminka fietsen. Hier in het open landschap vallen gelijk een aantal oude en kleurrijke beschilderde trucks op. Deze trucks herbergen elk tussen de 30.000 en 300.000 Krainer bijen die hier in het vrije veld op zoek zijn naar nectar voor de honing. Deze oersterke bijen bezorgen het kleine Slovenië wereldfaam. De kasten zijn een bijzonderheid van de Sloveense imkers en staan als ware kleurrijke kunststukjes her en der in het open veld verspreid.
Lange adem
Bij elke tocht door de Alpen zijn er deelnemers die onvermoeibaar zijn en die werkelijk alle kilometers op willen zuigen. Speciaal voor deze rijders hebben we een extra lus aan deze dagetappe geknoopt. Een klim naar de 977 meter hoge Platenta verlengt deze dagetappe met 28 kilometer en 870 hoogtemeters klimmen. Morgen zullen we deze berg ook gaan beklimmen, maar dan van de andere kant en vanuit een heel ander perspectief. Vanuit Tolmin rijden we over de verharde weg naar het dorpje Volce en volgen we over de kam van de Kolovrat een pas aangelegde smalle asfaltweg. Deze niet al te steile klim is goed te doen en in elke haarspeldbocht heb je weer een mooi uitzicht over het onder ons liggende So?a-dal. Op het hoogste punt gaat het gelijk weer naar beneden richting Tolmin. Het eerste deel naar het dorpje Vol?anski Ruti is volledig onverhard en kunnen we met volle snelheid naar beneden racen. Vlak na het dorpje hebben we nog een keuze tussen twee mogelijkheden. We kunnen vanaf hier de verharde weg volgen en staan dan binnen 10 minuten weer beneden. Veel spannender en uitdagender zijn de vele singletrails die vanaf hier naar beneden lopen. Eénmaal in de vallei aangekomen, gaat het laatste stuk via het dorpje Kozarš?e over mooie geasfalteerde binnenwegen weer naar Volce en rijden we zo Tolmin weer binnen.
Sloveense gastvrijheid
Net buiten Tolmin blijven we overnachten op een geweldig mooi landgoed met mooie, kleurrijk ingerichte kamers. Moeder en zoon runnen met hart en ziel dit volledig gerenoveerde landgoed. Alles ziet er dus nog nieuw uit en het is er brandschoon. De bedden liggen heerlijk en er is een lekkere douche. Maar bovenal dat uitzicht vanaf je balkonnetje over de Sloveense heuvels... magnifiek! s' Avonds kun je vanaf het terras, met uitzicht over de So?a, genieten van de home-cooked biologische gerechten en de heerlijke streekwijnen die men hier serveert. Het ontbijt is een traktatie op zich en een meer dan goede bodem voor de dag die gaat komen.
Standaard etappe: 65 km en 1.750 hoogtemeters Lange variant: 91 km en 2.476 hoogtemeters
Tolmin - Šmartno
Standaard etappe - 65 km en 1.750 hoogtemeters Lange variant - 91 km en 2.476 hoogtemeters
Tot nu toe was het steeds mogelijk om tijdens de dagetappes de keuze te maken tussen de standaard route of de lange variant. Iedereen fietst dezelfde route en als je zin en genoeg conditie had, kon je ervoor kiezen om een extra lus aan de standaard route vast te knopen. Vandaag stappen we even van dit principe af en gaat elke route zijn eigen weg. Beide routes starten wel gezamenlijk, maar na 23 kilometer en 1.014 hoogtemeters klimmen, heb je op de Kolovrat de keuze om de standaard route of juist de lange variant te volgen. De lange variant loopt na een lange beklimming naar de Matajur grotendeels door het Italiaanse wijngebied van Friaul en komt pas na 63 kilometer bij Dobrovo weer op de standaard route terecht. Kies je voor deze variant, dan krijg je een lange en taaie etappe voor de kiezen met lange klimmen en vele technische trails en downhills. De standaard route loopt vanaf de splitsing boven op de Kolovrat eerst kilometers lang over de bergrug parallel aan de Italiaanse grens om daarna met mooie oude militaire paden en trails af te dalen naar het Brda wijngebied. Elke variant heeft zo zijn eigen charmes en ze doen naast de extra kilometers en hoogtemeters qua beleving zeker niet voor elkaar onder.
Vandaag verandert het landschap tijdens deze dagetappe compleet. Na de Julische Alpen en twee dagen Sloveens middelgebergte fietsen we over mooie, glooiende en groene heuvels, met wijnplantages zover het oog reikt, het Sloveense Toscane binnen. Het Brda wijngebied staat bekend om de talrijke kleine, historische en goed onderhouden dorpjes, waar sinds mensenheugenis streekgebonden, gastronomische specialiteiten worden gemaakt. Deze culinaire lekkernijen doen zeker niet onder voor de bekende Italiaanse keuken die op maar een paar kilometer afstand te vinden is. Je merkt ook gelijk dat het klimaat hier met het landschap mee aan het veranderen is. De dagen worden steeds heter en de lucht een stuk droger. Het zal niet lang meer duren voordat we voor de eerste keer de Adriatische zee zullen zien.
Prehistorische nederzetting
Na een behoorlijk uitgebreid en overheerlijk ontbijtbuffet nemen we met een beetje pijn in het hart afscheid van de gastvrije uitbaters van dit landhuis. We volgen de eerste kilometers gemoedelijk de verharde fietspaden richting het schilderachtige dorpje Most na So?i (letterlijk vertaald: Brug op de So?a). Al is dit deel verhard, het is hier zo vroeg in de ochtend heerlijk fietsen. Boven de rustig kabbelende rivier vecht de nevel tegen de opkomende zon en zal de strijd boven het koele water snel gaan verliezen. De laatste paar kilometer flaneren we over een mooi wandelpad langs een meertje dat is ontstaan door een vernauwing in de So?a rivier. Dit beeld past eigenlijk niet bij de film die zich de afgelopen dagen voor je ogen heeft afgespeeld. Een totaal andere wereld trekt hier zo vroeg op de ochtend aan je voorbij. Het dorpje Most na So?i ligt op een rotsachtige top boven de samenvloeiing van de rivieren So?a en Idrijca. In het verleden boden deze twee rivierbeddingen, die zich diep in de rotsen hebben uitgesleten, een perfecte bescherming tegen indringers. Het dorp zelf is heel klein, maar behoort tot één van de belangrijkste prehistorische nederzettingen in Europa.
Freilicht museum Kolovrat
We passeren over de ´Most´ de So?a en moeten gelijk flink aan de bak. De weg loopt hier zowat haaks tegen de berg omhoog naar het gehuchtje Kozmerice. Gelukkig is deze klim maar van korte duur en kunnen we dit smalle landweggetje al vrij snel evenwijdig aan de 220 meter hoogtelijn blijven volgen. Licht glooiend rijden we hier over de flanken van de dik 500 meter hoge Mzrli Vrh. In de Sloveense taal worden veel klinkers niet geschreven maar wel uitgesproken, met als resultaat dat wij spreekwoordelijk onze tong breken over dit soort benamingen. Bij het dorpje Sela pri Vol?ah passeren we het zuidelijkste deel van deze berg en na wat extra klim- en daalwerk steken we al snel de vrij druk bereden doorgaande weg van Tolmin naar Nova Gorica over. Diegene die gisteren de extra lus hebben gemaakt zullen deze kruising zeker herkennen. Hier zijn we gisteren na een mooie lange afdaling naar beneden gekomen. Nu fietsen we hem weer, maar dan omhoog naar Vol?anski Ruti. Het eerste deel loopt over een smalle geasfalteerde weg, maar na een kleine nederzetting met een paar huizen en de vanzelfsprekend daarbij behorende kerk wordt het pad weer onverhard. De laatste 475 meter klimmen naar de top van de Kolovrat is niet al te moeilijk en binnen een uur fietsen we in het openluchtmuseum van Kolovrat op dik 1.000 meter hoogte. Hierboven hebben we een fraai uitzicht over de onder ons liggende So?avallei en is het inmiddels hoog tijd geworden voor de ochtendbreak. Op dit punt scheiden dadelijk de wegen van de standaard en lange route en het is daarom een mooie gelegenheid om nog gezamenlijk te pauzeren. Omdat er op deze hoogte en in de wijde omgeving geen Rifugio of Alm te bekennen is, zal onze begeleider op dit punt voor koffie/thee en iets lekkers zorgen.
Splitsing naar de standaard route
Na de koffie rijden we nog een paar honderd meter gezamenlijk op totdat net over de grens met Italië de wegen van beide routes zich scheiden. De standaard route vervolgt vanaf hier zijn weg naar het zuiden van Slovenië richting het Brda wijngebied. Na een anderhalve kilometer lange afdaling over een oude en vervallen asfaltweg vervolgen we onze weg over een goed onderhouden militair gravelpad verder naar beneden. Heerlijk op volle snelheid, wind door de helm en tranen in de ogen. Beter kan de beloning niet zijn na de lange klim van vanochtend. Na iets meer dan 4 kilometer volgen we een paar kilometer een geasfalteerde pasweg naar beneden, klimmen we na Pušno weer wat omhoog totdat we weer in volle vaart plat door alle haarspeldbochten kunnen rijden. Na Kambreško nemen we een smalle bosweg die na Humarji in een grof en steenachtig bospad overgaat. Ook nu komen we na een tijdje weer op de verharde weg, maar verlaten deze vrij snel weer om na een halve kilometer over een schijnbaar niet bestaand pad door de weilanden te rijden. Delen van dit pad zijn hier en daar echt lastig te vinden en vaak bijna helemaal dicht gegroeid. Als je denkt -dit kan toch niet mogelijk zijn- dan wordt het pad ineens weer zichtbaar en kun je het een tijdje weer goed volgen. Dit pad eindigt bij de grote en markante bedevaartskerk Marijino Celje, die je waarschijnlijk al een tijdje in het oog had.
Verharde wegen en paden
Sinds we de Kolovrat hebben verlaten, merk je aan alles dat het landschap is veranderd in een omgeving met groene heuvels en mooie paden en trails die als een rollercoaster onder ons door glijden. Ongemerkt tikken de kilometers weg en als je omkijkt, lijken de Julische Alpen en het middelgebergte alweer eeuwen achter ons te liggen. Alle tastbare herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog zijn inmiddels ook voor ons verleden tijd en de omgeving oogt verlaten en ongerept en soms lijkt de tijd hier in de backyards van Slovenië de afgelopen decennia stil te hebben gestaan. Als je het hoogteprofiel van deze standaard etappe bekijkt dan zie je dat in de afgelopen 28 kilometer een hoog aandeel aan verharde wegen zat. Het vreemde is dat je dit absoluut niet zo ervaart. Een Nederlandse verharde weg is op geen enkele manier te vergelijken met de Sloveense variant. Met name in de hoger gelegen delen zijn deze wegen smal en soms zo vervallen dat je ze niet als verhard ervaart... We verlaten Marijino Celje en volgen nog 4,5 kilometer een verlaten, half verharde boerenweg totdat we net voor Korada een fascinerende trail door het bos oppakken. Deze behoorlijk dicht gegroeide trail brengt ons rechtstreeks naar Koca Korada, waar we de lunch hebben ingepland. Deze typische Oost-Europese hut ligt aan de rand van een hoogvlakte boven op de top van de Mt. Korada. Hierboven zul je voor de laatste keer in deze Trans Slovenië kunnen genieten van het uitzicht op de Krn, Matajur, Kolovrat en Planina Bozca. Vanaf nu zal de focus helemaal op het zuiden liggen.
Poortwachters
In tegenstelling tot het deel dat we in de ochtend hebben afgelegd, zal het middagdeel meer in het teken staan van een aaneenschakeling van trails, bospaden, boerenlandweggetjes en verstopte kerkpaden. Het eerste deel loopt tot het dorpje, met de bijna onuitspreekbare naam, Vrhovlje pri Kož bani, over een goed onderhouden militair schrotterpad dat steeds heen en weer over de grens van Italië en Slovenië loopt. Net voordat we dit minidorpje inrijden, worden we welkom geheten door twee immense cipressen die als poortwachters de toegang tot het Brda wijngebied bewaken. In dit dorpje vinden we gelijk ook de eerste wijnplantages waar dit gebied zo bekend om staat.
Downhill met een grote flow
Na Vrhovlje krijgen we een onvervalste downhill over meerdere trails voorgeschoteld. Nooit echt moeilijk, maar wel erg gaaf om te rijden. Ook hier zijn de kleine doorsteekjes soms weer wat moeilijk te vinden, maar deze 4 kilometer lange afdaling over de laatste uitloper van de bergrug Kolovrat loopt als een flow door het bos en is puur genot om te fietsen. Vanaf Kolovrat hebben we al meer dan 34 kilometer lang over deze kam gefietst. Waar we vanochtend begonnen op 1.081 meter, eindigen we hier in de vroege namiddag op 89 meter hoogte. Het laatste deel naar Šmartno (St. Martin) zit je midden in het Brda gebied en dit is een mooie afsluiter voor deze dag. Met uitzichten over wijngaarden, op kastelen, middeleeuwse dorpen, Alpentoppen en de Adriatische kust waan je je in het Sloveense Brda als in een mooie droom. Dit kleine stukje Slovenië is helemaal echt. Bijzonder zijn de paadjes die door de verschillende wijnplantages lopen. Geen enkel verbodsbord kom je hier tegen, alles is vrij toegankelijk. Hier zou geen einde aan moeten komen, maar helaas... Voordat we er erg in hebben, bereiken we het historische plaatsje Šmartno waar een mooie verrassing op ons ligt te wachten.
Terug naar de lange variant
Heb je na de voorgaande etappes nog genoeg kruid in de benen en ben je niet vies van een extra lange dagetappe met veel technische trails, dan ligt er vanaf de Kolovrat een toetje met veel slagroom op je te wachten. Vanaf hier mag je in het grensgebied met Italië de strijd aangaan met de steile en lange beklimming van de Matajur. Na de splitsing met de standaard route blijven we eerst op Italiaans grondgebied een licht stijgende verharde weg naar het Sloveense Livške Ravne volgen. Vanaf dit dorpje volgen we een uitdagende trail naar een lager gelegen minipas met de naam Passo di Nabries, die weer in Italië ligt. Vanaf deze pas komen we met een steile en technische trail nog één keer terug in Slovenië en kunnen we vanaf Livek ons klaarmaken voor een 13 kilometer lange klim naar de Domna Matajure.
De Blitzkrieg van de woestijnvos
Vanuit Livek begint een lange klim over de flanken van de 1.641 meter hoge Matajur en dringt een roemruchte naam ons mountainbike-avontuur binnen. Op deze Italiaanse berg maakte de destijds 25-jarige veldmaarschalk Erwin Rommel in 1917 voor het eerst furore. Een naam die in de Tweede Wereldoorlog onlosmakelijk verbonden was met de bijnaam woestijnvos vanwege zijn 'successen' in Afrika als supergeneraal van Hitler. In de Eerste Wereldoorlog lag deze Italiaanse berg als een onneembare vesting tussen de strijdende partijen. Na jaren van strijd had de opperbevelvoerder een idee: de eerste officier die de Matajur zou annexeren, zou de 'Pour le Merite' ontvangen. Deze hoogste Pruisische onderscheiding was voor de ambitieuze Rommel de trigger om de Matajur te bestormen. In slechts een paar dagen tijd bezette hij de Italiaanse stellingen en was de naam 'Blitzkrieg' geboren. Rommel veroverde in dit gebied grote delen van het Italiaanse front en maakte zoveel krijsgevangenen dat hem later deze hoge onderscheiding dan ook werd toegekend. Ook wij gaan nu de Matajur bestormen, maar dan met een hele andere bedoeling.
Adembenemende uitzichten
Vanuit het centrum van het Sloveense Livek kunnen we lekker op souplesse de eerste paar kilometer naar het kleine dorpje Avsa peddelen. Er is tijd zat om volop te genieten van het uitzicht op de Mt. Krn in het oosten. Net boven Asva gaat de verharde weg over in een oud militair tweesporenpad, wat we geduldig door het bos blijven volgen, totdat we na 450 hoogtemeters op de 'Matajurske planine' terechtkomen. Op deze open vlakte loopt de route iets naar beneden waardoor de beentjes net even wat rust kunnen krijgen. Die rust is ook wel nodig voor het slotakkoord van deze beklimming. Na de open vlakte gaat het tweesporenpad over in een éénsporige trail met de beladen naam 'Strada Rommel' en passeer je vandaag voorlopig voor de laatste keer de Italiaanse landsgrens. Het laatste deel naar Namen Domna Matajure is goed te fietsen, zodat je met alle zintuigen kunt genieten van een fascinerende klim dwars over de uitgestrekte Almen van de zuidflank van de Matajur. Vanaf deze Rifugio is het een kleine 10 minuten wandelen naar de officiële top van de Matajur, waar je een adembenemend uitzicht hebt over de Julische Alpen en de Stol Planina Bozca. Hierboven zijn de paden over de flanken van de Stol, die we op dag 3 hebben bereden, goed zichtbaar.
Drops, rotsachtige passages, wortels en extreem smalle trails
Na deze lange klim begint de langste aaneengesloten afdaling van deze Trans Slovenië. Bijna 1.500 hoogtemeters afdaling liggen de komende 12 kilometer in het verschiet voordat we midden op het kerkplein van 'San Pietro al Natisone' uitgespuugd worden. De eerste paar hoogtemeters zullen we over een rotsachtig en steile trail naar beneden moeten lopen, maar na Malga Tubolin gaat de pret echt beginnen. We volgen een smalle trail over de hoge ruggen van de Almen en na een tijdje suizen we in een vloeiende lijn over de bergkam. Links en rechts gaat de helling schuin de diepte in. No fear, het tapijt van groen vangt een eventuele crash liefdevol op. Na elke bocht lijkt het steeds heftiger te worden, meer dan 45 graden down, wortels, korte bochten en stenen. Diep achter op het zadel en met licht knikkende knieën rol je hier gecontroleerd naar beneden. Na een paar kilometer eindigt deze singletrail op een verlaten gravelweg en duiken we bij Passo di Glevizza definitief het bos in. De komende 8 kilometer is een trail uit het boekje en deze is doorspekt met drops, rotsachtige passages, wortels en extreem smalle trails die telkens afgewisseld worden met korte klimmen en 'vlakke' afdalingen.
Friuli Venezia Giulia
Als je met het klamme zweet in de handen het kerkplein van San Pietro al Natisone op fietst, dan valt het gelijk op dat de wereld er hier totaal anders uitziet dan aan de Sloveense kant van de Matajur. Op dit typische Italiaanse plein nodigen de terrassen uit om te stoppen voor een kopje onvervalste cappuccino, die op dit mooie plein ongetwijfeld met veel Italiaanse flair geserveerd zal worden. We slaan de gastvrijheid nog even af en fietsen evenwijdig aan de rivier Natisone richting het Middeleeuwse stadje Cividale del Friuli. De weg ernaartoe is niet al te spannend en volgt, over verharde en onverharde fietspaden, licht afvallend de rivier. Na uren slingeren over de uitlopers van de bergkam van de Matajur fiets je nu door het heuvelachtige landschap van het Italiaanse Friaul en strekken de wijngaarden zich kilometers ver onder de strakblauwe hemel uit. Wat kan de wereld in no time totaal veranderen; op het ene moment fiets je nog door het hooggebergte en het andere moment door een warm en Toscaans ogende omgeving met de naam Friuli Venezia Giulia.
Van 'marktplaats van Julius' tot 'de stad van het Oosten'
Ineens zie je in de verte het stadje Cividale opdoemen. Prachtig! Hoe dichter we bij dit stadje komen, hoe meer je begrijpt waarom we hier onze lunch hebben gepland en niet in San Pietro. Een ravijn deelt het stadje in tweeën en spectaculair kolkend stroomt de rivier de Natisone door de kloof. Op de 15-eeuwse Ponte del Diavolo, die met zijn beide bogen de twee stadsdelen verbindt, heb je een schitterend uitzicht over de diepe kloof met de rivier en de watervallen. Cividale is 53 v.Chr. gesticht als ‘Forum Iulli’ (marktplaats van Julius) door mister Julius Caesar himself. Deze streek heeft een lange en roemrijke geschiedenis waar Kelten, Paleoveneten, Romeinen en de Longobarden elk hun historische rol hebben opgeëist. Toen de stad in de 6e eeuw na Christus door de Longobarden bezet werd riepen ze Forum Iulli uit tot hoofdstad van hun nieuwe rijk. Forum Iulli verbasterde in de loop der eeuwen tot Friuli en zo werd dit kleine stadje de naamgever voor heel de regio Friuli Venezia Giulia. Karel de Grote was de volgende die zich meester maakte van de stad. Twee eeuwen nadat de Longobarden zich er gevestigd hadden, joegen de Karolingische legers de Longobarden weg en gaven ze de stad haar huidige naam Civitas Austriae, oftewel ‘Stad van het Oosten’. Om vanaf de Ponte in het historische centrum van Cividale te komen is het een kruipdoor en sluipdoor van stegen en pleintjes en wordt je het direct duidelijk waarom dit oude centrum op de wereld erfgoedlijst van UNESCO staat. Over geplaveide smalle straatjes begeleiden historische gebouwen, charmante winkels en fantastische restaurants ons naar het plein Piazza Paolo Diacono midden in het historische centrum van Cividale. Vandaag is het lunchen absoluut een highlight van de dag.
Bosco di Romagno & di Plessiva
Waarschijnlijk zal iedereen sterk de neiging moeten onderdrukken om niet door te rijden naar Slovenië, maar ook deze bijzondere lunch heeft zijn einde. Ons rest nog het laatste deel van deze lange etappe. Over eindeloze lange veldwegen, karresporen en onverharde paden door wijnplantages rijden we de laatste 27,5 kilometer terug naar de Sloveense grens. Soms zijn de trails zo dichtgegroeid dat je het bijna niet kunt geloven dat het de bedoeling is om hier je route te volgen. Net na het dorpje Gagliano volgen we over een aantal mooie bospaden de route door het Bosco di Romagno en het Bosco di Plessiva. De zon staat in dit gebied vaak als een koperen ploert boven de strakblauwe hemel en kan het verrassend aangenaam koel zijn in het bos. De cipressen en dennebomen verspreiden hier hun heerlijk onmiskenbare geur die nog lang in de neus blijft hangen.
Stiekeme en nieuwsgierige paadjes en trails
Vlak nadat we Bosco di Plessiva hebben verlaten passeren we bij het dorpje Plešivo weer de Sloveense grens en rijden we het heuvelachtige Brda wijngebied in. Het leven in Brda, een streek nog het beste te vergelijken met Toscane maar dan nog rustiger, draait voor een groot deel om wijn. Al honderden jaren lang. Het gebied is een lappendeken van kleine wijngaarden, iedere wijngaard van een andere wijnboer met zijn eigen druiven, eigen tradities en eigen geheime recepten. Ook dit laatste deel is nog steeds een optisch genot met al die kleine historische dorpjes en karresporen door de wijnplantages. Al zijn we op dit moment al de 80 kilometer grens voor vandaag gepasseerd op 1 of andere manier heb je niet het gevoel dat je al uren in het zadel zit. In het laatste deel vinden we tussen de wijnplantages steeds weer nieuwe stiekeme en nieuwsgierige paadjes die ons langzaam naar het einde van deze etappe brengen.
Šmartno, middeleeuwse parel tussen de wijngaarden van Brda
Midden in het wijnlandschap van Brda blinkt bovenop een heuvel het indrukwekkende middeleeuwse vestingsdorpje Šmartno, waar wij vannacht onze overnachting hebben ingepland. Hoezo indrukwekkend? Op het moment dat je de muren van Šmartno binnen fietst is het alsof je terug in de Middeleeuwen bent en het uitzicht over de uitgestrekte wijnplantages zul je nooit meer vergeten. Het waren de Romeinen die hier de eerste steen hebben gelegd, maar deze parel tussen de wijngaarden ademt nu, met zijn oude stadsmuren en vijf torens, vooral de sfeer van de middeleeuwen uit. In de zestiende eeuw huurden de Venetianen niemand minder dan Leonardo da Vinci in om voor de regio een plan te maken tegen aanvallen van de Ottomanen. Da Vinci bezocht o.a. Šmartno en hij concludeerde dat de mensen hier sterk genoeg waren om stand te houden tegen de Ottomaanse aanvallen. Tegenwoordig is Šmartno één van de best bewaarde cultuurhistorische dorpen in Slovenië. Naast de muren en toren is ook de oude Sint Maartenkerk van het dorp zeker het bekijken waard. De kerktoren maakte deel uit van de vesting. Er is door de eeuwen heen weinig veranderd in Šmartno en het is helemaal niet moeilijk om je hier in de middeleeuwen te wanen en door het dorp te wandelen zoals ooit Da Vinci dat gedaan moet hebben. Het is goed leven in Brda en dat merk je aan de bevolking. De mensen zijn open, gastvrij en veelal vrolijk. Veel specialiteiten worden zelfgemaakt en in de producten weerspiegelt de liefde van de bevolking voor de natuur waarin zij leven en het goede voedsel dat die natuur voortbrengt. De streek is bekend om zijn wijn, olijfolie, kersen en honing. Een mooiere plek kun je je niet bedenken om met een glas Refosco en wat kaas en gedroogde Schinken de dag bij een ondergaande zon af te sluiten.
Een oude Sloveense sage vertelt ons het ware verhaal achter het ontstaan van Slovenië. Bij de schepping van de wereld kregen alle landen hun landschappelijke pareltjes toebedeeld. Het ene land kreeg indrukwekkende bergmassieven, andere landen onmetelijke diepe oceanen, weer andere immense steppes of dichte oerwouden. Nadat de schepping van de aarde een feit was, en alle landen pronkten met hun rijkdommen, meldde het kleine Slovenië zich. En ik? Wat krijg ik? Engel Gabriël had aan het einde van de schepping de opdracht gekregen om alle restjes uit de zak van de schepping in zee te werpen. Gabriël begon aan zijn arbeid; hij vulde een zak met alle restjes van de aarde en droeg de zware last voort door het zuiden van Europa. In dit lege en verlaten landschap werd hij gevolgd door Satan, die de verrichtingen van Gabriël aandachtig volgde. Satan sneed de naden van de zak open, waardoor alle restjes eruit rolden en de hele omgeving tot aan de zee bedekte met het beste en mooiste van alle pareltjes uit de net geschapen landen. Als laatste strooide Gabriël nog een handvol liefde over dit nieuwe land aan de Adriatische Zee. Deze liefde had een bijzondere kracht en verbond de zee met de bergen, de bossen met de rivieren, de vlaktes met de wijngaarden en de duistere geheimen van de onderaardse wereld met het sprankelende daglicht tot sLOVEnia.
Hier in Šmartno sta je ‘s morgens figuurlijk in het middelpunt van dit Slovenië. In het noorden zie je de Julische Alpen in de ochtendzon schitteren, in het westen ligt het heuvelachtige Brda wijngebied, in het oosten het bijzondere Karstgebergte en ver in het zuiden de azuurblauwe Adriatische kust. Bij de stadsmuren heb je een mooi overzicht over het eerste deel van de route van vandaag. In de verte zie je een indrukwekkend monument als een uitstulping op de bergrug van Cerje liggen. Een monument ter nagedachtenis aan alle aanvallen, oorlogen en aanslagen van de laatste 100 jaar zoals de Isonzo veldslagen, de strijd tegen het fascisme in de 2e wereldoorlog en de strijd voor de onafhankelijkheid ten tijde van het voormalige Joegoslavië. Dit kolossale monument ligt exact op de helft van de etappe van vandaag en zullen we op de weg ernaar toe nog vaak in het vizier krijgen. We verlaten vandaag het Brda wijngebied en volgen voor de laatste keer deze tocht de So?a tot we in het Karstgebied terecht komen, een in de zomer heet en droog, in de herfst waanzinnig mooi gekleurd en in de winter koud en winderig gebied. Het einde van vandaag ligt in Lipica, de thuisbasis van de wereldberoemde Lipizzaner paarden. Wanneer je bij deze Trans Slovenië al van een Koningsetappe zou willen spreken, dan komt deze etappe daar zeker voor in aanmerking. De etappe van Smartno naar Lipica trakteert je naast de geweldige uitzichten over het Brda wijngebied en de Adriatische Zee namelijk ook op een lange en taaie rit over de bergrug van Celje en Trstelj. Een etappe van 85 kilometer met 1.762 hoogtemeters, doorspekt met trails waar je alleen maar van zou kunnen dromen.
Firestarter
Velen zullen het stadje Šmartno met pijn in het hart achter zich laten en er later met een warm gevoel aan terugdenken. Vanaf het oude plein beginnen we deze dag eerst met een korte klim van een kilometer of twee over een asfaltweggetje richting de bergrug Sobatin. Hierboven op de bergrug is het gelijk bingo en worden we 10 kilometer lang getrakteerd op de meest waanzinnige paden en trails door dit eenzame en verlaten gebied. Al moet je op het eerste onverharde deel nog wel de bovenbeenspieren flink op spanning zetten, de beloning is dit keer niet ver weg. Na de korte klim wisselen de verschillende soorten paden elkaar in hoog tempo af en fiets je tot aan het dorpje Kucelj over verrassende trails door bossen, open vlaktes, bergruggen en wijngaarden. Soms volgen we hier en daar een stukje asfalt, maar de trails zijn nooit ver weg. Kleine gehuchten, eenzame huizen en oude wijngaarden begeleiden je naar de Italiaanse grens die we na 13 kilometer passeren. Hier hebben we gelijk een geweldig uitzicht over de Vipava vallei, de bergrug van Celje en de steden Nova Gorica en Gorizia. Dit eerste deel tot aan Nova Gorica is een opmaat voor wat er vanmiddag in kwadraat nog op ons ligt te wachten.
Solkanbrug
Na een kleine twee kilometer rijden we de Sloveense grens weer over en passeren we voor de laatste keer tijdens deze Trans Slovenië de So?a. Op de tweede dag zijn we begonnen bij de bron van de So?a en hebben we deze rivier van een stroompje uit zien groeien tot een imposante rivier. Hier in Nova Gorica gaat de So?a na 96 kilometer in Italië verder als Isonzo en mondt dan na 44 kilometer bij Monfalcone uit in de golf van Triest. We hebben deze ‘Emerald Beauty’ de afgelopen dagen continu in het vizier gehad en 15 keer overgestoken, maar nemen hier op de brug van Nova Gorica dan toch afscheid van deze rivier met zijn verbazingwekkende kleur en spectaculaire loop door één van de mooiste delen van Slovenië. Een landschap gedomineerd door majestueuze bergen, bosrijke hellingen, frisgroene weiden, pittoreske Alpendorpjes, typische Trenta-stijl huizen en vele grandioze natuurwonderen. Hier op de brug kunnen we de So?a nog één keer bewonderen en hebben we gelijk een fenomenaal uitzicht over de Solkanski most. De Solkanski most is een beroemde spoorwegbrug over de So?a op het traject Jesenice – Nova Gorica. Met zijn 85 meter lange boog is het de langste stenen brug met één boog ter wereld. Alleen al voor de hoofdboog hebben de steenhouwers in het voorjaar van 1904 meer dan 4500 zorgvuldig bewerkte stenen gebruikt. Alle blokken zijn gehouwen uit het kalksteen van de nabijgelegen Italiaanse steengroeve van Aurisina.
Nova Gorica – Gorizia, Slovenië versus Italië
Het Sloveense Nova Gorica is eigenlijk de helft van een Siamese tweelingstad. Tot 1908 behoorde de stad onder de naam Görz toe aan de Habsburgse Monarchie. In de Eerste Wereldoorlog was Görz het strijdtoneel van de Italiaanse en Oostenrijks-Hongaarse legers. Na de oorlog werd Görz overgedragen aan Italië en kreeg het de naam Gorizia, wat zoveel als 'Kleine Heuvel' betekend. Dit Italiaanse bestuur was echter van korte duur. Omdat het fascistische Italië de Tweede Wereldoorlog verloor, raakte het een deel van de stad kwijt aan de Joegoslavische republiek Slovenië en begon men in 1948 met de bouw van de nieuwe ′socialistische′ stad Nova Gorica, strikt gescheiden van het 'oude' Gorizia aan de kapitalistische zijde van de grens. Sindsdien is de stad in tweeën gesplitst en heeft het Sloveense deel de naam Nova Gorica (Nieuw-Gorizia) gekregen. Met de val van het IJzeren Gordijn had de band tussen de twee steden nauwer kunnen worden, maar de Italiaanse stad Gorizia en Nova Gorica aan Sloveense zijde zijn nog steeds kampioen in het elkaar negeren. Al rijden we nu probleemloos van de ene naar de andere stad en is de grens tegenwoordig onzichtbaar, onderhuids is de tweedeling nog steeds voelbaar. Dit is een tweelingstad tegen wil en dank en al is hier op 1 mei 2004 op de grens de uitbreiding van de EU gevierd, de twee zustersteden verschillen totaal van elkaar. Terwijl het Sloveense Nova Gorica al jaren een economische spurt maakt, is het Italiaanse Gorizia blijven hangen in de nostalgie van vroegere tijden.
Oost en West bij het treinstation van Nova Gorica
Vanaf de Solkan brug rijden we gelijk het stadje Solkan binnen. Solkan ligt aan de voet van de 646 meter hoge Škabrijel en is een kleine voorstad van Nova Goricia en niet echt noemenswaardig bijzonder. Na een paar 100 meter over de hoofdstraat slaan we rechtsaf en rijden we over verhipt smalle asfaltwegen door een oude woonwijk. Voordat je het in de gaten hebt rijd je voor de tweede keer vandaag de Italiaanse grens weer over. Het is hier net buiten de stadsgrenzen van Solkan en Gorizia heerlijk flaneren over de smalle wegen tussen de wijngaarden van Graafschap Görtz en Gradisca, waar de beroemde wijn Collio Goriziano zijn herkomst heeft. Je hoort overal de krekels om je heen tsjirpen, de temperatuur is heerlijk aangenaam, het zonnetje doet zijn werk boven de strakblauwe hemel en je ruikt de zoete geur van de citrusvruchten. Na een paar kilometer duiken we weer de bewoonde wereld in en rijden we over de Via Brigata Etna en de Via Ugo Foscolo rechtstreeks naar een plek met een bijzondere historische achtergrond, het treinstation van Nova Gorica. Bij het IJzeren Gordijn denk je meestal aan prikkeldraad, wachttorens en als belangrijkste symbool de Berlijnse Muur. Maar er was dus nog een plek in Europa waar de grens tussen Oost en West dwars door een stad liep: Gorizia in Italië. Hier was de grens met Joegoslavië/Slovenië gemarkeerd door een manshoog hek, dat tot 2004 het in Italië gelegen stationsplein afsloot van het pal aan de oostzijde van de grens gelegen treinstation van Nova Gorica.
De Kleine Heuvel
Hier op het Piazza TransAlpina stationsplein staan we voor de keuze door welke van de twee steden we verder gaan. We zijn bezig met de Trans Slovenië en dan ligt een vervolg door het Sloveense Nova Gorica eigenlijk wel voor de hand. Nova Gorica is een jonge stad en geen enkel gebouw is hier ouder dan zeventig jaar. Onder de Socialistische Tito is Nova Gorica na 1948 vanuit het niets opgebouwd. Het moest een stad van de superlatieven worden en dat is gelukt ook. Nova Gorica is zo'n beetje de lelijkste stad van Slovenië....grauw, eentonig, kil en zonder ziel.... Gelukkig kunnen we ons een troosteloze rit door deze stad besparen en vanaf het plein rechtstreeks het oude Goriza binnen fietsen. Het valt gelijk op dat 'het blijven hangen in de nostalgie van vroegere tijden' niet synoniem hoeft te staan aan grauw en eentonig. Nee, integendeel zelfs. Goriza is een levendige stad met charmante middeleeuwse straatjes en heeft door de culturele, artistieke en historische schatten niet te klagen over de aandacht van de toeristen. We fietsen over de Via Rastello richting het centrum en komen dan uit op het Piazza della Vittoria. Een typisch Italiaans plein met vele terrasjes en een geweldig uitzicht op di Sant 'Ignazio kerk. We zouden hier kunnen genieten van een heerlijke hete espresso of een 'al Fresco' lunch maar dat stellen we nog net even uit. We beklimmen eerst 'de Kleine Heuvel' en fietsen zo een stuk roemruchtige geschiedenis binnen. Bovenop deze heuvel ligt namelijk Castellio di Gorizia en dat is meer dan de moeite waard om te bezoeken. Dit kasteel is getuige geweest van vele oorlogen en heeft in de loop der tijd vele machtswisselingen meegemaakt. In de Tweede Wereldoorlog hebben de Duitsers een laatste bloederige bladzijde aan de geschiedenis van dit kasteel toegevoegd. In de tuinen werden vele Partizanen zonder enige vorm van rechtspraak standrechtelijk geëxecuteerd. Tegenwoordig is Castellio di Goriza een oase van rust en heb je hierboven een magistraal uitzicht over de stad, de Vipava-vallei en.... het monument op de bergrug van Celje.
Goethe, Schiller, Goldoni en Napoleon
Na dit historische intermezzo rijden we de stad weer in op zoek naar een onvervalste Italiaanse cappuccino of espresso. De stad heeft vele mooie gebouwen en monumenten en je hebt al snel het gevoel dat je door een Da Vinci-achtige setting aan het fietsen bent. Om dit gevoel nog even vast te houden zoeken we onder de gewelven van het imposante Palazzo Lantieri een mooi plekje voor de ochtendbreak. Een plek waar Maria Theresia, Karel X, Goethe, Schiller, Goldoni en Napoleon ooit ook hebben rondgelopen.
Noeste arbeiders
We zijn van mening dat het bezoek aan deze Italiaanse stad zeker een aanvulling voor de Trans Slovenië is. De afgelopen dagen zijn we vele kleine pittoreske dorpjes gepasseerd en was het landschap soms verlaten en eenzaam. Deze stad laat zien dat de bewoonde wereld met de waan van alledag eigenlijk nooit ver weg is. Deze stad symboliseert daarnaast ook min of meer de overgang naar een heel ander Slovenië. De omgeving wordt minder hoog en krijgt steeds meer een Mediterraan klimaat. Het zal niet lang meer duren voordat we de Adriatische zee in volle glorie kunnen overzien. We rijden na de break door een aantal buitenwijken van Goriza en volgen nog een stukje oud IJzeren Gordijn voordat we bij het riviertje Vrtojbica Slovenië weer binnenrijden. Een wirwar aan boerenwegen en karresporen voeren ons door een agrarische lappendeken waar noeste keuterboertjes met verweerde gezichten op het land hun werk doen. Een oude wachttoren staat nog als een stille getuige van de Joegoslavische tijden langs de route. Het blijft vreemd dat nog niet eens zo heel erg lang geleden Europa verdeeld was in het vrije westen en het communistische oosten en wij hier nu als een vrije vogel over de voormalige grens kunnen rijden.
Monument Cerje
Na het dorpje Miren ‘geht es richtig zur Sache’ zoals de Duitsers zeggen. Al is de klim naar het monument Cerje over brede en goed onderhouden gravelpaden, het eerste deel is lang en hier en daar gemeen steil en laat de meesten zeker even naar zuurstof happen. Het tweede deel is dan wel iets minder steil, hogerop worden de paden een stuk smaller en rotsachtiger waardoor je ook nu maar moeilijk in je ritme kunt komen. Maar dan verschijnt plotseling vanuit het niets het immense Cerje monument op je pad. Deze hebben we al vanaf vanmorgen vroeg in het oog gehad en dan is het toch een kleine mijlpaal wanneer je hierboven bij het monument aankomt. Het uitzicht is hier als een ansichtkaart, of meer van deze tijd; als een wallpaper. Alle verschillende landschappen waar we de afgelopen 5 dagen doorheen zijn gefietst liggen in de verte als een kralenketting aan elkaar geregen. Zo stonden we vanochtend nog figuurlijk in het middelpunt van Slovenië en zo zijn we op een bergrug aangekomen, die als een lang gerekte poortwachter de grens tussen het continentale en mediterrane Slovenië bewaakt. We zitten na een halve dag fietsen midden in het Sloveense Karstgebied, een bijzondere omgeving met een heel eigenzinnig karakter. Karst betekent zoveel als steenachtige, onvruchtbare bodem en wie voor het eerst door de Karst fietst, zal verwonderd zijn door dit typische wit/groene landschap in Zuidwest-Slovenië. Het witte gesteente van kalksteen en dolomiet creëert een schitterend contrast met de donkergroen gekleurde wouden en de lichtbruin verkleurde hopbomen die hier de steile berghellingen bedekken. De bomen en struiken hebben het hier lastig, niet vanwege de droogte maar vanwege de sterke Bora-wind die snelheden van boven de 200 km/u kan bereiken en vaak deze bergrug geselt. Door deze valwind uit het noordoosten hebben de bomen vaak maar aan één kant takken met loof en zien ze er wat hulpeloos en misvormd uit....
Adriatische zee, bewustwording dat dit avontuur eindig is
In de vroege middag van deze één na laatste fietsdag krijgen we nog Görz lange beklimming voor onze kiezen; de top van de Trstelj op 643 meter hoogte. En dit is niet de minste beklimming, de meesten zullen hier en daar behoorlijk op de tanden moeten bijten of misschien zelfs de fietsen even moeten duwen. Na een stukje geasfalteerd middendeel moeten we ook voor het laatste stuk naar de top allemaal terugschakelen naar het kleinste verzet. Bij deze klim speelt waarschijnlijk niet alleen de zwaartekracht ons parten, maar ook de Bora. De bijna stormachtige vlagen van deze thermische wind kunnen hierboven ook een geduchte tegenstander zijn. Boven op de top van de Trstelj heb je echter wel een FANTASTISCH uitzicht over de Adriatische zee en kunnen we op het terras van het kleine berghutje Ko?a na Trstelju genieten van een welverdiende middagbreak. Ondanks dat de toppen van het Karsplateau niet tot de hoogste behoren, heb je hier op heldere dagen wel een grandioos uitzicht over een groot deel van Zuidwest-Slovenië, de Adriatische Zee, Friuli (Italië) of zelfs tot aan Venetië. Hier was het dat een oud deelnemer een beetje verdrietig voor zich uit staarde en vertelde dat hij er zich nu echt bewust van werd dat deze droom eindig was. Nog anderhalve dag fietsen en alles zou een herinnering zijn. Een mooier compliment kun je als organisatie niet krijgen!
Trailparadijs
Zo langzamerhand kunnen we ons op gaan maken voor het intensieve, maar o zo mooie, laatste deel van deze etappe. We betreden nu een waar trailparadijs met paden die je het hart van Slovenië laten proeven. Continu volg je trails door verwilderde weides en bossen en heb je op sommige momenten het gevoel dat je met een grote expeditie bezig bent. Maar telkens wanneer je denkt dat de trail geen trail meer is, vind je wel weer een verweerde markering of stenen muurtje als teken dat je op de juiste weg zit. Het is de hoogste tijd om in aanval te gaan en de komende oneindig lijkende singletrails onze wil op te leggen. Over de verwilderde weides met nauwe paden vol korte haarspeldbochten dalen we snel af in het steil aflopende groen. De daaropvolgende smalle paden langs de typische stenen muurtjes zijn vooral visueel een genot en zouden nooit mogen ophouden. Met het dalen van de hoogtemeters worden de trails ook eenvoudiger te rijden maar blijft het nog wel steeds oppassen. Overal liggen stenen en rotsen en in de bochten is strak sturen geen overbodige luxe. De laatste paar hoogtemeters afdaling naar het dorpje Rubije lopen deels weer over een paar lastige singletrails. Na dik 300 meter afdaling zijn we terug in het dal waar als vanouds de wijn weer regeert. Uitgestrekte wijnvelden sieren de heuvels en het ene wijnhuis volgt het andere op.
Immens verlaten doolhof
Vanaf nu rijden we over glooiende heuvels en eenzame bossen in de richting van Lipica. Maar ook op de komende 25 kilometer naar Sežana wordt iedere hoogtemeter beloond met de ene prachtige singletrail na de andere. Kilometerslang leiden de trails ons van Rubije over dichtgegroeide open vlaktes, door wijngaarden en donkere verwilderde bossen via Volcjigrag naar Pliskovica. Onderweg passeren we talloze kleine dorpjes waar de tijd al meer dan 100 jaar stil lijkt te hebben gestaan. De laatste 15 kilometers zijn echt eenzaam, geen dorp te bekennen, geen mens op de weg totdat we bij een oud en verlaten kerkhof de stad Sežana via de achterdeur binnen rijden. Hier in Sežana is het gevoel een beetje dubbel: "het is mooi geweest" vecht met "jammer dat het er op zit". Vanaf de top van de Trstelj hebben we 40 kilometer lang in een grote snoepwinkel met trails, kombochten, beklimmingen, afdalingen, dropps en verlaten dorpjes gefietst. Een avontuur waar je op een gegeven moment echt niet meer wist waar je reed en steeds het gevoel had dat je door een immens verlaten doolhof aan het fietsen was.
Keizerlijke hofstoeterij
Sežana is een vrij drukke stad met veel winkels, restaurants en overnachtingsplekken en staat bekend om zijn Botanische tuinen en het achterliggende Lipica. Net buiten het centrum van Sežana fietsen we het laatste stuk van deze etappe door een glooiend landschap over een kilometerslang gravelpad naar de keizerlijke hofstoeterij van Lipica. Lipica? Waarschijnlijk gaat er in eerste instantie niet gelijk een belletje rinkelen. Totdat je de naam Lippizaner hoort vallen. Deze wereldberoemde witte paarden van de Spaanse/Weense rijschool komen oorspronkelijk uit dit dorpje in Slovenië. Hier in Lipica vind je de oudste stoeterij van Europa, waar slechts één ras wordt gefokt. Vandaag de dag is de stoeterij één van de belangrijkste culturele en historische monumenten van Slovenië. De geschiedenis van Lipica is nauw verweven met de Habsburgers, die maar liefst 650 jaar over een groot deel van barok Europa regeerden. Paarden waren in die tijd een cruciaal en strategisch voordeel en dus van onschatbare waarde voor de Habsburgers. Het Lippizaner paardenras wordt hier al sinds 1580 gefokt en is een kruising tussen een Arabier, Napolitano, Andalusiër en de inheemse Karster. Ons eindstation voor vandaag is het Maestoso hotel dat midden op dit mooie uitgestrekte landgoed ligt.
De 7e en laatste etappe van deze Trans Slovenië is het toetje met de spreekwoordelijke slagroom. We hebben de afgelopen dagen al vele highlights voorbij zien komen en daar gaan we deze laatste dag nog een hele bijzondere aan toevoegen. Na 6 dagen fietsen door de bergen, langs kraakheldere meren en turquoise rivieren, over heuvels, langs wijngaarden en door karakteristieke dorpjes, eindigen we vandaag dan uiteindelijk aan de Adriatische Zee. Het landschap veranderde met de dagen mee van ruig en bergachtig naar glooiend en mediterraan en onze glimlach was een vaste reisgezel. Gisteren fietsten we nog door het Toscane van Slovenië en vandaag sluiten we deze droom af over glooiende heuvels, langs kasteeltjes, wijngaarden, boerderijen en de meest magistrale uitzichten over de azuurblauwe Adriatische Zee. Een mooier einde door dit sprookjesland is niet denkbaar. Deze laatste dag fietsen we vanuit Lipica in 66 kilometer en 1.507 hoogtemeters naar het mooie Piran in het zuidelijkste puntje van de Sloveense kuststrook. We beginnen de dag gelijk met een laatste 'grote' beklimming om zo de top van de 674 meter hoge berg Kokos te bereiken en volgen daarna mooie singletrails langs de Italiaanse grens. Deze trails brengen ons eerst naar de oude burcht van Socerb en vlot daarna naar het oude schilderachtige stadje Tinjan, plekken waar we een geweldig uitzicht over de zee hebben. Het laatste deel van deze dagetappe wordt gekroond met een 'Grande Finale' over de bergrug van de Donat. Een finale met mooie vergezichten over de havensteden Koper, Triest, Izola en Piran en een waanzinnige trail over de kliffen van Strajun die ons naar Piran zal leiden.
Over negen bergen, naar de zee… In Slovenië worden sprookjes steevast met deze woorden begonnen. Hun versie van ‘er was eens’ en het Engelse ‘once upon a time’. De bergen liggen inmiddels al achter ons en we fietsen vandaag een hele andere wereld binnen. Een mediterrane wereld met op het uiterste puntje van Slovenië de ‘parel aan de Adriatische Zee’, die Piran heet. Dit is een van de mooist bewaard gebleven historische stadjes aan de Sloveense kust: een pittoreske haven, een boulevard met vele terrassen, het Tartiniplein met zijn voorname gebouwen, kronkelende straatjes met pastelgetinte huisjes en aan de rand van het oude centrum torent boven alles de Campanile, de klokkentoren van de Sint-Joriskerk, uit. Met een kustlijn van slechts 46 km heeft Slovenië de kortste kustlijn van alle landen aan de middellandse Zee. Op het uiterste puntje van deze kustlijn ligt Piran als een zwaard in de kraakheldere en azuurblauwe zee, volgens velen de mooiste stad van Sloveens Istrië. Omringd door water steekt Piran als een klein schiereiland uit in de Golf van Triëst, het noordelijke deel van de Adriatische Zee. De nauwe middeleeuwse straatjes, de kleurrijke Venetiaans-gotische huizen, het gezellige hoofdplein en de mediterrane sfeer ademen in alle facetten het verleden uit en geven deze stad daarmee een unieke warmte. De boulevard, die de rondingen van het gehele schiereiland volgt, biedt een prachtig uitzicht op de stad, de zee en zelfs op de ‘besneeuwde’ Alpen. Hier waan je jezelf al gauw in de middeleeuwen. De straatjes zijn smal en op talloze plaatsen zijn de huizen boven de steegjes doorgebouwd, waardoor veel tunnels zijn ontstaan. Als we met de laatste meters van deze Trans Slovenië het Tartiniplein op fietsen, opent zich een plein met huizen uit alle periodes waar de Slovenen onderdeel van uitmaakten. Met de Venetiaanse bouwstijl is het duidelijk te zien dat Piran in de 15e eeuw behoorde tot het rijk van de Dogen. Met deze laatste dag bekronen we de week met een waardige afsluiter in het mediterrane Slovenië, proeven we de sfeer van de zwoele zomeravonden, struinen we door het doolhof van nauwe straatjes, genieten we van een laatste maaltijd uit de voortreffelijke mediterraanse keuken en nippen we bij de ondergaande zon een laatste glas wijn weg.
De 7 haarspeldbochten van de Kokos
Met de trails van gisteren nog vers in het geheugen laten we Lipica achter ons en vervolgen we onze route over het kilometerslange gravelpad, waarmee we de etappe van gisteren hebben afgesloten. Na een paar kilometer inrollen over mooie grindpaden steken we dichtbij de Italiaanse grens de druk bereden Strada Provinciale over en duiken we gelijk het bos weer in. We noemen dit bos vaak gekscherend het pijn-modus bos vanwege de lange en steile beklimming naar de top van de Kokos. Gelijk vanaf het begin gaat het giftig steil omhoog en is het een kwestie van aftellen voordat we de laatste serieuze lange beklimming van deze Trans Slovenië achter de rug hebben. Het aftellen zit hem niet zozeer in het aftellen van de hoogtemeters, maar in het aantal serpentinebochten die ons zigzaggend naar 674 meter hoogte brengen. 7 haarspeldbochten is te overzien en binnen een half uurtje heb je deze uitdaging ook weer afgetikt.
Serene stilte
Met de handen op de bovenbenen, met een efficiënte cadans en in het spoor van de voorganger, om zo min mogelijk energie te verliezen in de zachte ondergrond, bereiken we voor het gevoel toch best wel snel Rifugio Monte Cocusso. Deze Italiaans aandoende berghut ligt net onder de top van deze kleine berg. Hierboven is het flink genieten van het mooie uitzicht en zie je in het zuidwesten de Adriatische Zee als een blauwe oase al voor je liggen. Het mooiste van het klimmen is nog steeds datgene wat erachter aankomt, het afdalen! Een snelle afdaling leidt ons ook nu steeds weer stijf langs de Italiaanse grens en we passeren onderweg zelfs het meest oostelijke puntje tussen Italië en Slovenië. Op dit geografische hoogtepuntje vinden we een oud en vervallen kerkje uit de tijd dat de Moren het hier nog voor het zeggen hadden. Al eeuwenlang liggen hier in een oase van rust de overledenen uit deze eenzame en verlate omgeving. Een plaats waar we altijd even rustig de tijd nemen om te genieten van een reepje, mars of kruidkoek. Hier besef je wat voor druk leven we thuis eigenlijk wel niet hebben. Continu met de waan van de dag bezig, afspraak na afspraak afwerken en de overvolle agenda staan in schril contrast met de serene stilte die op deze plek heerst.
Op dit geografische hoogtepuntje vinden we een oud en vervallen kerkje uit de tijd dat de Moren het hier nog voor het zeggen hadden
Sneaky trail met een geweldige flow
Na deze korte ‘rustpauze’ hoppen we weer op de fiets en met een full pull afdaling over schrotterpaden en verstopte trails tikken we de dorpjes Krvavi Potok en Pesec snel na elkaar af. Net boven Draga volgen we over de flanken van de bergrug Klanec een mooi panoramapad dat de bedding van een oud smalspoor volgt. Parenzana was ooit een 123,1 km lange smalspoor dat de kustplaats Pore? verbond met Triëst en werd geopend in 1902. De kleine trein pufte elke dag door het heuvelachtige landschap en vervoerde passagiers, fruit, groente en zout uit het Sloveense Piran en natuurlijk olijfolie en wijn uit Istrië. Ontwikkelingen op wereldschaal maakten de spoorlijn in 1935 kapot. Fascistisch dictator Benito Mussolini begon dat jaar namens Italië een oorlog in Afrika, met het binnenvallen van het oud Ethiopische rijk Abessinië. Om aan ijzer en staal voor die oorlogsmachine te komen, liet hij onder meer alle rails van de spoorlijn slopen. Bizar detail: de zending heeft Afrika nooit bereikt, het schip dat de rails vervoerde zonk in de Middellandse Zee. Na Pesec fietsen we eerst naar San Lorenzo. Deze 4,5 kilometer lange omweg brengt ons dan op een pad dat qua uitzicht en beleving niet te omschrijven valt. Het voormalige spoorlijntje is hier kilometerslang uit de rotswanden van de Val Rosandra gehakt en volgt zo het bergmasssief Monte Stena totdat deze variant ook bij het dorpje Draga samenvloeit met de kortere variant. In de eerste verkenningen van de Trans Slovenië zijn we steeds dit oude trace van de Parenzana blijven volgen totdat we…...halverwege deze onverharde weg een trail ontdekten die vrij sneaky het bos in liep. Een trail die op geen kaart stond ingetekend en in het begin ook grotendeels dichtgegroeid was. Nieuwsgierig als we waren zijn we deze trail maar eens ingedoken. Een beslissing waar we absoluut geen spijt van hebben gekregen. We ontdekten een droom van een trail die zo smal is dat de trappers maar moeilijk vrij kunnen ronddraaien. Aan beide kanten een ondoordringbaar oerwoud aan bomen en takken die laag over het pad hangen, maar alles steeds in een geweldige flow te rijden. Uitzicht hebben we niet, maar het moet hier prachtig zijn! Je voelt de ruigheid van het dal om je heen ... Halverwege de trail volgen we een lieflijk kabbelend beekje en voel je je als in een sprookjeswereld waar de dwergen en elfjes alleen nog aan ontbreken. Na een kleine 3 kilometer komt er abrupt een einde aan dit stukje trailgeluk. Net voor het dorpje Klanec pri Kozini gaat het even flink steil omhoog en bereiken we kort daarop de verharde weg. Hoog tijd voor een kop koffie in het dorpscafé Prj Jernerv.
Smoothy versus bruut
Door de grote afwisseling in het landschap zou je bijna vergeten dat we nog steeds midden in het karstgebied aan het fietsen zijn. Al sinds het verlaten van Goricia fietsen we over een ondergrond die in hoofdzaak uit zacht kalksteen bestaat. De Karstregio is ontstaan in een heel ver verleden toen de opgedroogde zee grote kalksteenlagen en kalksteenformaties in het zuiden van Europa heeft achtergelaten. Dit kalksteen is zo poreus en waterdoorlatend, dat regen-, smelt-, rivier- en bodemwater in een razendsnel tempo in de bodem verdwijnt. Daarnaast is het kalksteen zo zacht dat dit rivier- en regenwater er in enkele miljoenen jaren een reusachtige ondergrondse gatenkaas van heeft gemaakt. Hierdoor is het typische karstlandschap ontstaan met druipsteengrotten, verdwijnende meren, poljes, dolines, zinkgaten, karstpijpen, blinde dalen, diepe aardkloven en krastbronnen. Na de koffie fietsen we eerst een paar kilometer over een autoluwe heuvelachtige asfaltweg door de lommerrijke omgeving van Klanec en dalen we net na het dorpje Ocizla af over een smoothy gravelpad. Smoothy krijgt wel een hele bijzondere betekenis wanneer we in het dal beginnen met de klim naar het bovengelegen karstplateau. Zo mooi het gravelpad naar beneden liep, zo bruut en vol met rotsblokken loopt het pad het dal weer uit. Eenmaal boven gekomen is dit leed ook weer snel vergeten en vinden we op 400 meter hoogte een hoogvlakte, die gelijk aan een uitgestrekte en gortdroge Afrikaanse steppe doet denken, waar alleen de stenen en een enkele struik nog lijken te groeien. Voor ons als mountainbikers een geweldige omgeving om ons op de trails en geitepaadjes te vermaken, maar voor de Sloveense boeren een regelrechte ramp. Regenwater zakt veel te snel weg in de poreuze bodem, waardoor het water, ondanks de vele bronnen, stroompjes en rivieren die her en der in en uit de bodem komen, hier een heel schaars goed is. Op dit 400 meter hoge plateau vind je alleen maar schapen, geiten en ezels die schijnbaar geen last hebben van deze droge omgeving.
Het vergeten geheim van de foibes
Deze hoogvlakte heeft onder de oppervlakte vele geheimen zoals ontelbare grotten, zinkgaten en kilometerslange ondergrondse rivieren. Minder bekend is het verzwegen geheim van de wrede massa-executies uit de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog. In dit gebied zijn duizenden Italianen door partizanen van de Joegoslavische leider Tito, zonder enige vorm van proces, geëxecuteerd. Met een lange ijzeren draad werden de gevangenen met hun polsen aan elkaar gebonden. Mannen, vrouwen en kinderen moesten in een kolonne naar boven lopen tot ze bij een foibe kwamen. Als ze de gevangenen op de rand van deze honderden meters diepe en loodrechte kloof hadden gezet, schoten ze op de eerste uit de rij. Als die dan viel sleurde hij de anderen met zich mee de diepte in. Hoeveel mensen precies op deze manier zijn omgebracht is onduidelijk. Er zijn 'maar' enkele honderden stoffelijke overschotten geborgen uit de verschillende foibes in dit gebied. Schattingen over het aantal mensen dat nog in de foibes ligt lopen uiteen van vijfduizend tot dertigduizend. Halverwege het Karstplateau buigen we rechtsaf en klimmen we over een karrespoor naar de rand van het hoogplateau. Hierboven is het uitzicht spectaculair en overzie je met gemak de stad Koper en de hele Golf van Triëst. Op mooie heldere dagen kun je zelfs Venetië in de verte zien schitteren. Op deze klif loopt tegenwoordig de grens met Italië en vinden we een aantal ruïnes en oude grensposten uit de Joegoslavische tijd. Als we beginnen met een gave afdaling langs de randen van het plateau zien we in de verte Grad Socerb liggen. Een fort met een lange en roemruchte geschiedenis. Vanwege de panoramische ligging was Socerb al in de tijd van de Illyriërs en Romeinen een belangrijk strategisch bolwerk. Later heeft het ook een grote rol gespeeld in de strijd tussen de Oostenrijkers en de Venetianen. Degene die Socerb in handen had kon invloed uitoefenen op de handel tussen de kuststeden in Istrië en het Oostenrijkse achterland. In de Tweede Wereldoorlog was deze plek met regelmaat het strijdtoneel tussen de partizanen en de fascistische Italianen. Gelukkig liggen deze tijden alweer ver achter ons en is het kasteel nu een mooi richtpunt wanneer we over een verrassend mooie en lange trail naar beneden rijden.
Gapend gat van 350 meter
Sinds de vroege start in Lipica zijn er inmiddels al dik 20 kilometer onder de banden doorgegleden. Hiervan waren er maar 3,5 kilometer verhard en de komende 10 kilometer zal er ook niet veel aan dit beeld gaan veranderen. Net na Grad Socerb verlaten we na een kleine kilometer alweer de asfaltweg en duiken we een schijnbaar niet bestaand pad in dat over één van de uitlopers van het Karstplateau het bos in loopt. Vol op snelheid crossen we voor de laatste keer deze week over de Italiaanse grens om via het verstilde dorpje Prebenico gelijk weer naar Sloveens grondgebied terug te rijden. Een kleine lus in de route die we nodig hebben om over mooie afvallende bospaden richting het eeuwenoude dorpje Osp te kunnen rijden. Dit dorpje staat niet alleen bekend als één van de oudste dorpjes van Slovenië, het herbergt ook één van de grootste dolines van Zuid-Europa. In de tijd dat de dinosaurussen in dit gebied rondzwierven, zijn op deze plek ook twee immense ondergrondse holen ontstaan. Toen miljoenen jaren geleden de crash van een dodelijke meteoriet met de aarde de dinosaurussen de das om deed, zijn ook de daken van deze twee grotten ingestort en ontstond er een reusachtige doline. Dit gapende gat, met een doorsnede van 350 meter, is tegenwoordig dé plek waar rotsklimmers kunnen genieten van de uitdagende routes in één van de uniekste klimgebieden van Europa.
Groots, duur maar zeker indrukwekkend
Vanuit Osp hebben we een mooi uitzicht over ons volgende doel, Tinjan. Dit kleine bergdorpje ligt exact op de top van de gelijknamige berg, die hemelsbreed een kleine twee kilometer van ons vandaan ligt. Daarnaast kun je vanuit Osp ook al mooi het viaduct ?rni Kal over de vallei zien liggen. Dit enorme viaduct hoort bij de A1 die de kust van Slovenië met Ljubljana verbindt en is ons eerste doel voordat we naar Tinjan omhoog fietsen. Ook nu is het geasfalteerde deel vanaf Osp beperkt tot nog geen halve kilometer voordat we bij de tweede doline weer onverhard gaan fietsen. Aan alles merk je dat we het mediterrane deel van Slovenië binnenrijden. De begroeiing is hier totaal anders geworden. Op de zuidhellingen verdringen de wijngaarden elkaar, her en der zie je olijfbomen, cipressen zijn geen uitzondering meer en de rijwind is plotseling wel heel erg warm geworden. Bij het dorpje Gabrovica pri ?rnem Kalu pakken we de asfaltweg weer even op en blijven deze een kilometer lang volgen totdat het weer onverhard verder gaat. Voor ons ligt het grootse en duurste bouwwerk van Slovenië. Dit viaduct, met een lengte van 1.065 meter en 95 meter hoogte, staat op 11 indrukwekkende zuilen en overspant zo het Osp dal. Vier jaar lang zijn ze hier dag in dag uit in de weer geweest om dit huzarenstukje op het gebied van de moderne wegenbouw door het dal en luchtledige te bouwen. Nu genieten dagelijks 20.000 voertuigen van dit architectonische hoogstandje wat destijds bijna 40 miljoen Euro heeft gekost.
Noorden, oosten, westen en zuiden
Tot nu toe waren alle dagen doorspekt met een mix van natuur, kleine dorpjes, trails en bergen. Voor het gevoel door een landschap met alleen maar rust en ruimte, waar de hectiek van alledag ver weg was. Nu we halverwege deze laatste etappe zijn, komt het voor sommigen wat rauw op het dak dat je na het passeren van het viaduct plotseling in een hele andere setting aan het fietsen bent. De bebouwing wordt steeds intensiever en Slovenië blijkt toch ook een economische kant te hebben. Een kant met industrie, wegen en drukte die daarbij horen. Na het passeren van het viaduct ontkomen ook wij er niet aan om een deel langs de A1 te fietsen, wel onverhard maar toch. Deze snelweg slingert sierlijk door het landschap en is voor het zuiden van Slovenië een levensader met een groot economisch belang. Aan de andere kant heeft het ook wel weer wat om deze snelweg een paar kilometer te volgen voordat we bij Stepani de bossen en trails weer gaan opzoeken en je beseft dat de natuur toch ook niet zo heel ver weg is. De klim naar bergdorpje Tinjan is er één waar balanceren op de mountainbike tot een kunst is verheven. In het tussenstuk van deze klim gaat het, hoe verrassend ook, over verstopte trails door het bos en over open vlaktes omhoog. Niet moeilijk, maar hier en daar toch zo listig dat je voor het gevoel balancerend over een serpentinelint naar boven aan het klimmen bent. Een klim van 182 hoogtemeters met een mooie beloning in de vorm van een 360 graden view over mediterraan Slovenië. In het noorden vind je het bedrijvige Triëst, in het oosten het imposante viaduct over de A1, in het zuiden de bergen van Kroatië en in het oosten de Adria met de kustplaatsen Koper en Izola.
Start 'Grande Finale'
Gelijk buiten Tinjan pakken we uiteraard de trails weer op en dalen we gelijk dik 400 meter aan één stuk af naar de eerste grote plaats van vandaag, Dekani. De komende 10 kilometer zijn een afwisselend op en af door dorpjes en fruitgaarden met citrusvruchten. Dan weer een stukje asfalt en dan weer over onverharde paden die steevast een verrassende wending hebben.... Pas na het passeren van de buitenwijken van Koper is er weer sprake van wat serieus klimwerk. Evenwijdig aan de Adriatische Zee loopt, op 2,5 kilometer van de kustlijn, een bergrug met de naam Donat. Vanuit Koper is het een dikke 200 meter klimmen voordat we op een panoramaweg komen die zijn gelijke niet kent in deze omgeving. Continu de meest waanzinnig mooie uitzichten over de Adria en midden in een decor van olijfbomen, wijn- en boomgaarden. Deze panaoramaweg over de Donat staat bij ons zeker in de top 3 van deze Trans Slovenië. Een fietsdag in Nederland zal nooit meer hetzelfde zijn. We hadden ervoor kunnen kiezen om bij Koper gelijk al de kustlijn op te zoeken, maar met deze laatste beklimming beginnen we aan de eerdergenoemde Grande Finale van deze Trans Slovenië.
Telefoon:work+31 6 21131510 E-mail:info@mtb-xperience.nl Website:https://mtb-xperience.nlDoor kennis, kunde en het netwerk van 2 gerenomeerde bedrijven met elkaar samen te voegen is het idee voor MTB Xperience onstaan. Voor ons allen zijn we in meer of mindere mate fanatieke mountainbikers waarbij het plezier en voldoening van deze sport ons heeft gemotiveerd om meer kansen te creeeren voor iedereen die iets met mountainbiken heeft. Onder het motto: "volg je hart en ga je passie achterna" hebben we de juiste mensen om ons heen verzameld die oprecht iets hebben met mountainbiken of willen betekenen binnen het mountainbiken. Iets wat bescheiden is begonnen is uitgegroeid tot een fantastisch concept.