De TransAlp, een levensechte droom
Eigenlijk is een TransAlp een soort mini-expeditie op de mountainbike zonder veel uitrusting. Een droomtocht van Zuid-Duitsland naar Noord-Italië over gravelpaden, singletrails, militaire paden, bos- en weidepaden, over eenzame passen, door adembenemende landschappen, ver van alle dagelijkse hectiek en verkeersdrukte. Eigenlijk is het heel simpel: je fietst daar waar het landschap het mooiste en het spectaculairst is, in het hooggebergte van de Alpen.
Boven in de bergen ben je helemaal op je zelf aangewezen. Je bent samen met je ademhaling, het kloppen van je hart, met het ruisen van de vele beekjes en het uitzicht op de schier eindeloze steenmassa’s om je heen. Dat is wat trekt aan het volbrengen van een TransAlp; je ervaart hier de absolute stilte en eenzaamheid, terwijl je telkens weer getrakteerd wordt op schitterende beelden, die een leven lang in het geheugen gegrift blijven staan.
Mountainbike speeltuin
Samen met de groep trek je een week lang door verlaten dalen en over ruige bergkammen, zoals mensen dat hier al duizenden jaren doen. De enige bagage die je meeneemt is je rugzak met de hoogstnoodzakelijke spullen. Je overnacht in hotels, hutten of Gasthäusern en na een stevige maaltijd val je met het prikkelend gevoel van vermoeidheid heerlijk in slaap. De TransAlp is de levensechte droom die voor velen verslavend werkt waardoor je na een TransAlp gelijk weer uitkijkt naar de volgende zomer. De TransAlp is de laatste jaren uitgegroeid tot een populaire sportieve uitdaging en trekt inmiddels elk jaar duizenden mountainbikers naar de Alpen.
De Alpen zijn één van de mooiste mountainbike 'speeltuinen' van Europa. Mooi in het centrum van het continent en precies tussen het gematigde klimaat van Zuid-Duitsland en de warme omgeving van de Middellandse Zee. Geen onherbergzaam gebied zoals de Rocky Mountains, geen voor normale mensen onbereikbare hoogtes zoals in de Himalaya, geen sneeuwstormen en immense gletsjers als in Patagonië of Alaska.
Een reis door de tijd met de mountainbike
Over het algemeen zijn de meeste hoge passen in de zomer sneeuwvrij en in de periode juli tot oktober zijn mooie en warme periodes eerder regel dan uitzondering. De meeste bikers kiezen voor een Alpenoversteek van noord naar zuid omdat deze route van 300 tot 400 kilometer binnen een week te volbrengen is. In 6 of 7 dagen fiets je door een oud en intensief gebruikt cultuurlandschap dat de afgelopen duizenden jaren door de mens bewoonbaar is gemaakt en is voorzien van ontelbare onverharde wegen, paden en trails.
Dit dichte net van paden en trails maakt dat de Alpen een paradijs voor mountainbikers is geworden. Weinig andere berggebieden in Europa hebben zo'n uniek gevarieerd landschap met panorama uitzichten, bospaden, oude karrensporen en singletrails. De reden voor de aanleg van al deze paden en wegen voert terug tot de Bronstijd. Destijds werden de bergen gebruikt als schuilplaats voor de vijandelijke aanvallen. Later gebruikten de Romeinen de Alpen om het Germaanse rijk te veroveren. Voor de handelaren uit de Middeleeuwen waren de paden in de Alpen een weg om handel te drijven en voor de werklieden een manier om op zoek te gaan naar erts. De boeren gebruikten de wegen om de Almen te cultiveren.
Napoleon
Al deze mensen zorgden ervoor dat deze paden en trails op een zo economische en logische manier ontstonden. Er is maar één groep mensen die niet naar dit economische aspect keek; de militairen. Al in de tijd van Napoleon liep de grens tussen de machtsblokken Oostenrijk/Hongarije enerzijds en Frankrijk en Italië anderzijds dwars door het zuidelijke en westelijke deel van de Alpen. Het ging deze strijdende partijen destijds niet in de eerste plaats om het gebied te beheren, maar juist om het grensgebied te beheersen en hun macht zeker te stellen.
Door het gehele Alpengebied lopen oude militaire paden die nooit door handelaren of boeren zouden zijn aangelegd. Er waren namelijk lagergelegen en lichtere mogelijkheden om het gebied te doorkruisen. Daarnaast was het gebied in het hooggebergte ook niet interessant voor de boeren en handelaren, wat hadden ze in dit onherbergzame gebied te zoeken.
Militaire hoogstandjes
Voor de Oostenrijkse militairen lag het veel anders, ze bouwden militaire bolwerken aan de zuidgrens van Tirol om zo te verhinderen dat de Italianen hun grondgebied zouden veroveren. De hooggelegen bunkers, stellingen en loopgraven moesten ervoor zorgen dat de Zuid-Europeanen geen centimeter grondgebied konden winnen. Door de aanleg van deze bolwerken ontstonden ook de brede militaire gravelpaden in de Alpen. Ze dienden in de eerste plaats om alle bouwmaterialen en later om het oorlogstuig naar boven te vervoeren.
Aan de andere kant van de Alpen waren het de Italianen die voor hun aanvalsdriften een fijnmazig netwerk van paden aanlegden. De Italianen waren ook nog eens meester in het aanleggen van paden in afgelegen gebieden. Met springstof baanden ze hun weg langs de steilste bergwanden en legden ontelbare tunnels door de bergen aan. Juist deze oorlogszuchtige kunstwerkjes zijn nu een eldorado voor de avontuurlijke mountainbikers. Ze lopen vaak door een spectaculaire omgeving, met droomuitzichten over het lagergelegen gebied.
De ogen van een Romeinse strijder
Eigenlijk is er in deze gebieden de laatste paar honderd jaar wezenlijk niet zoveel veranderd. Wanneer je tijdens een eenzame klim naar een hooggelegen bergpas fietst, wordt het je pas duidelijk dat je eigenlijk nog steeds door de ogen van een Romeinse strijder kijkt. Je beleeft een stuk geschiedenis op de plaatsen waar tastbare monumenten uit het verleden staan, zoals op de Strada de la Vena op een hoogte van boven de 2.000 meter. Hier zie je hoe de oorlogen in het verleden vele slachtoffers hebben gemaakt, maar ook hoe noeste arbeiders eeuwenlang moeizaam gesteentes en delfstoffen uit de groeves en mijnen sleepten. Deze paden zijn tegenwoordig nog steeds de stille getuigen van wat er zich hier de afgelopen honderden jaren heeft afgespeeld.
Eigenlijk kun je stellen dat een TransAlp volbrengen een metafoor van het leven is. Ons leven is veilig geworden, uitdagingen onnodig en verdwenen, inspanningen overbodig. Steekwoorden van nu zijn ‘vervreemding’, ‘consumptiedrift’, ‘isolatie’, ‘gemakzucht’, ‘verveling’, ‘vervlakking’. Misschien vandaar de moderne hang naar extreme sporten. Maar: die extreme takken van sport, mógen we dat wel ‘sport’ noemen?
Een TransAlp volbrengen heeft zeker alle kenmerken van sport. Ja, zelfs van topsport, waarbij het uiterste van de deelnemers wordt gevergd. Meedoen aan een Alpentocht betekent als een pionier de grenzen van je capaciteiten verkennen en verleggen, zowel lichamelijk als geestelijk. Als een ontdekkingsreiziger. Niet vanwege de onherbergzame gebieden, maar wegens de zoektocht naar de eigen grenzen, krachten, reserves, maar zeker ook de beperkingen, diep van binnen. De zwaarste strijd is nog altijd de strijd met jezelf, met het stemmetje van binnen, dat voortdurend roept: ‘stop maar, hou er mee op, nu is het genoeg geweest.....’
Het is moeilijk een andere tak van sport te noemen die zo'n groot beroep doet op de veelzijdigheid van een sporter: uithoudingsvermogen, kracht, aanpassingsvermogen, flexibiliteit, teamgeest, risicobereidheid, stabiliteit, wilskracht, creativiteit, frustratietolerantie, stressbestendigheid.................... Aldus is een TransAlp volbrengen een metafoor voor de levensloop van de mensheid in geconcentreerde vorm. Het is de strijd met jezelf én de elementen, die een TransAlp tot een fantastische sport maakt. Zowel voor deelnemers als voor buitenstaanders, die zich met een gepaste vorm van jaloezie in stilte afvragen hoe zij het er vanaf zouden brengen.Pepijn Paap, deelnemer TransAlp Alta via Carnica 2017